Politici wil deze feiten doodzwijgen!


Ik tracht mijn persoonlijke feiten van het politieke machtsmisbruik, hun pesterijen en de gevolgen hiervan kort te houden, maar de opeenstapeling van feiten is groot. Tevens bewijs ik ook het belangrijkste, alsook geef ik de correcte wetgevingen hieromtrent. Ik ben van mening dat er een verschil is tussen het bewezen of zomaar een bewering en complottheorieën zonder bewijs.

 

Gelet: Het bewijsmateriaal dat ik in handen heb is groter dan dat ik hier aantoon, het is onmogelijk om het geheel te tonen.

 

Nota: Ik hoop op begrip betreffende privacy recht. Ik heb te maken gehad met niet alleen politieke- maar ook burgerlijke -pesterijen. In elk gepubliceerd dossier zijn zowel namen als adres verwijderd. Vernoemde adressen zijn niet meer van toepassing. Politieke namen en documenten worden wel vernoemd, voor het belang van algemeen nut.


Hoe kom je van een succesvolle zelfstandige naar een van ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister in de armoede terecht?

De regering is van mening dat: “Als je in de armoede terecht komt het uw eigen schuld is” . 

Maar is dit ook zo…?


Beroepsmatig: Ik had een succesvolle zaak, ik had destijds technieken ontwikkeld, waar de absolute wereldtop in mijn beroep in geïnteresseerd was. Zij boden mij een penthouse aan (in Londen) en een miljoenen contract. Ik heb dit geweigerd, omdat ik het zelf wilde waar maken in eigen land. Ik heb eigen formules voor producten en niet bestaande cursussen geschreven om mijn unieke technieken te ondersteunen. Dus alles is voorhanden om het te maken in het leven, zou men denken…

 

Opbouw van mijn zaak: Ik heb negen jaar (1994 tot 2003) een huis gehuurd waar ik handel mocht drijven, en gespaard voor een nieuwbouw. Sparen wil zeggen: niet op vakantie gaan en zoveel mogelijk opzij zetten. Ik had van de 16 miljoen Belgische franken (400.000€) dat de nieuwbouw zou kosten, een lening nodig van 6,5 miljoen Belgische frank (162.500€).

 

Ik heb tijdens de huurperiode van negen jaar nooit last gehad van pesterijen, ik was volledig ingeburgerd, en ik was een gerespecteerd persoon in de gemeenschap.

 

De eerste twee jaar bij mijn opstart van mijn zaak (1994 tot 2003) had ik reeds personeel nodig, maar het huurpand dat ik huurde was te klein voor volwaardig personeel.

 

Politiek kapot pesten van een zaak: Ik heb mijn nieuwgebouwde handelswoning (2003 tot 2011) moeten verkopen omdat ik te maken kreeg met pesterijen die mij ziek maakte, en ik deze niet meer aankon. Een faillissement is nooit van toepassing geweest. De pesterijen kwamen van een voetbalploeg en hun politieke vrienden (SP-A).

 

Zij kregen de toestemming van het gemeentebestuur van Mol om eieren stuk te gooien op mijn eigendom, een dronkenmansspel dat eierwerpen noemt, zonder mijn toestemming of medeweten hiervan.

 

Mijn privé parking werd tijdens mijn openingsuren opgeëist (zonder vergoeding) door het café recht tegenover mijn deur. Ieder weekend werden er optredens georganiseerd er werden zelfs verkoopstanden op mijn parking gezet. Deze cafégangers zijn verantwoordelijk voor het oproepen tot boycotten van mijn zaak, enz..

 

Er werd tegen mijn handelswoning geplast en zelfs grote boodschappen werden gedaan tegen mijn gevel. Het nodige zwerfafval moest ik telkens zelf opruimen. Maar het hield niet op met opgehitste streken, vandalisme was me niet vreemd (zie foto hiernaast). Klachten hieromtrent bij de politie werden niet genoteerd noch serieus genomen.

Waarom deze pesterijen tot stand kwamen is simpel uit te leggen: De aannemer aangesteld door de architect stond op een faillissement. Mijn nieuwbouw moest hem uit de schulden helpen door oplichting, in samenspraak met deze architect. De aannemer had ook een allochtone zwartwerker in dienst die genoot van drie uitkeringen, met drie paspoorten (onder drie verschillende namen) waarmee hij te koop liep: Werkloosheidsuitkering, invaliditeitsuitkering en OCMW leefloon.

 

Omdat ik professioneel werk verwachtte, en deze allochtone zwartwerker geen professioneel metser was, liet ik hem van mijn bouw verwijderen. Ook heb ik een deel van de oplichting kunnen voorkomen. Deze allochtone zwartwerker en aannemer waren trainer en schatkistbewaarder van de vernoemde voetbalploeg. Deze twee hebben mij, uit wraak, met leugens zwart gemaakt bij hun (SP-A - Vooruit) politieke vriend: Ingewald (Wally) Antonsson, schepen in Mol en hun voetbalmakkers. Deze politici liet zich leiden zonder bewijsmateriaal en begon bij het schepenbestuur en burgemeester mijn persoon slecht te maken en riep zo een boycot uit op mijn zaak. Dit is zowel burgerlijk als politieke broodroof! Maar politiek is dit niet de enige keer dat zij zich hieraan schuldig maakten. Tot op heden zijn er vier politieke aanvallen geweest om mij te ruineren, in volgorde hieronder beschreven.

 

Enige tijd na de opening van mijn nieuwbouw nam deze allochtone zwartwerker het café (huurpand) recht over mijn deur over, om deze doelgerichte pesterijen te organiseren. Hij was niet vies van zijn vermelde paspoort fraude, ook zijn statuut om een café te runnen goedgekeurd bij de rechtbank van koophandel, is één en al fraude, zijn officieel adres van de hoofzetel van zijn zaak is een postbus in Engeland. Bijlage 1: Statuut goedgekeurd door de rechtbank van koophandel, verschenen in het staatsblad. Ik begrijp niet, dat een rechter niet inziet dat dit fraude is. Een zeer beknopte opsomming van de verschillende beroepen: Aanleg spoorwegen, straten, vliegvelden en sportaccommodatie, telecommunicatieleidingen en hoogspanningsleidingen, enz., waarvan de twee laatste regels het runnen van een café betreft.

 

Mijn dossier bewijst dat personen met een officiële betrekking het niet altijd zo nauw nemen met de letters van de wet. Een bedrijf gevestigd in het buitenland, betaald geen belasting in België, maar in het land waar de hoofdzetel gevestigd is. In dit geval heeft Engeland ook geen weet door de postbusfraude van deze zaak, en werkte hij belastingvrij.

 

Het statuut om een café te runnen goedgekeurd bij de rechtbank van koophandel (Bijlage 1) bewijst ook de paspoortfraude, er moet in de rechtbank een Engels paspoort voorgelegd worden, ook is de zitting in twee talen doorgegaan, terwijl gans deze familie perfect Nederlands spreekt en in Mol woont.

 

Aanklachten tegen de pesterijen: Ik heb persoonlijk klacht neergelegd, met de nodige bewijzen, bij Volksvertegenwoordiger en fractievoorzitter CD&V: Servais Verherstraeten. Zonder resultaat! Schriftelijk liet hij weten, indien mijn parking op privé grond gelegen was mocht ik deze afsluiten, wat aan de voorwaarden voldeed. De pesterijen bevestigde hij bij monde, bijlage 2: Schrijven Servais Verherstraeten. Tevens verwees hij mij in dit schrijven door naar de wijkagent, deze heeft geen gevolg of tussenkomst geboden, waardoor de pesterijen verergerden.

 

Het vandalisme op bovenstaande foto, speelde zich af vóór het afsluiten van de parking, deze afsluiting is wat Servais Verherstraeten in zijn schrijven adviseert, daarvoor kon men mijn privé parking na openingsuren vrijblijvend gebruiken.

 

Na het schrijven van Servais Verherstraeten waren er geruchten dat er weer een dronkenmansfeestje door zou gaan. Deze volksvertegenwoordiger en fractievoorzitter verwees mij door naar burgemeester: Paul Rotthier (CD&V), waar ik persoonlijk klacht heb neergelegd, zonder resultaat. Zijn woorden, en ik citeer: “Als jij het niet weet wie de voorzitter is van die voetbalploeg, dan weet ik het ook niet”, einde citaat. Dit is eigenlijk zeggen (beleefd uitgedrukt): “Ik weet wie het is, maar ik zeg het niet”. Wat ik toen niet wist dat ik bij deze burgemeester in het hol van de leeuw terecht kwam.

 

Een week later keurde de burgemeester het dronkenmansfeestje goed op mijn eigendom. Nadat het eierwerpen is doorgegaan kreeg ik een 10 tal telefoontjes van gemeente ambtenaren, die mij informeerde dat ik politiek geviseerd werd, maar uit angst voor represaille geen tussenkomst wilde bieden.

 

Zij informeerde mij ook op het sarcastische grapje dat Paul Rotthier (burgemeester) die dag maakte en ik citeer: “Erg hé! Ze zijn eieren aan het stuk werpen op de … straatnaam (privacy recht)”. Maar wat doet men tegen zo’n politieke overmacht?

Er zijn foto’s en video’s van camerabewaking van wildplassers, enz., maar deze bewijzen kan ik niet publiceren om privacy redenen. Tevens was er in die tijd een oppositie partij (Memo: Meer Mol) die de pesterijen ten harte nam, en het tijdens gemeentevergaderingen aanviel, maar zonder resultaat. Deze politieke partij komt later nog ter sprake.

 

Nota: Nadat mijn handelswoning, na lange tijdsduur, ten gevolge van de pesterijen is verkocht, is de voetbalploeg direct na deze verkoop met hun dronkenmansspel terug naar hun voetbalterrein getrokken, wat wel degelijk een persoonlijke fixatie bewijst.

 

Verhuis: Ik had na de verkoop van mijn nieuwbouw een tweewoonst gehuurd in een poging om mijn zaak verder te zetten. Enerzijds de zaak anderzijds privé. De huisbaas pleegde op de handelshuurovereenkomst contractbreuk. Zij wilde met mijn handelshuurovereenkomst de vorige huurster uitzetten. De huurster van het pand verbleef er niet meer, maar was nog wel gedomicilieerd op dat adres. Ik heb zelf een burgerlijkonderzoek opgestart bij de wijkagent van Mol/Wezel, dit onderzoek is nooit afgehandeld. Hierover later meer.

 

Opgelet: Heeft de gemeentepolitiek schuld aan de contractbreuk van deze huisbaas? Indirect wel, als zij mij en mijn zaak niet kapot gepest hadden, dan was ik nog steeds in mijn handelswoning werkzaam geweest. Er was zeker géén sprake van een faillissement!

 

Iedere Belg heeft recht op zijn/haar inkomen: Iedere Belg kent deze wetgeving, maar dit is fake. Ik had door bovenvermelde contractbreuk geen inkomen meer. Bij het aanmelden bij RVA, kreeg ik te horen, dat ik (zogezegd) 20 jaar niet meer gewerkt had en dus geen recht had op stempelgeld. Het OCMW was van mening dat een zelfstandige geen recht had op een leefloon. Later ben ik te weten gekomen dat de bovenvermelde SP-A (Vooruit) politieker die de politieke pesterijen opgestart heeft, in het bestuur zat van het OCMW, Bijlage 3: Weigering leefloon OCMW. De eerste zes maanden heb ik, tot op heden, geen inkomen van geen enkele instantie ontvangen. Bijlage 4: Schrijven RVA.

 

Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie:

U hebt recht op een leefloon als uw inkomen onvoldoende is en als u niet in staat bent die toestand te veranderen. Als uw inkomen lager is dan het leefloon, kunt u vragen om het verschil bij te passen zodat uw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.

 

 

 

Nota: Voor parlementairen bestaat er de clausule dat, als zij stoppen als parlementair, recht hebben op een zeer hoge vergoeding, met de verklaring dat zij in tegenstelling tot de burgers, niet kunnen gaan stempelen. Dit bewijst dat de parlementairen de wetgeving niet kennen, en burgers die hun spaarcenten investeren in het land, voor hun beloofde jobs, jobs en nog eens jobs, totaal respectloos behandeld worden.

Ziek gepest: De regering laat doorschijnen dat pesten ernstig genomen moet worden omdat het tot zelfmoord kan leiden, hun woorden hieromtrent zijn maar propaganda. Politici maken zichzelf schuldig aan pesten, dit bewijst mijn dossier. Ik ben hierdoor zeer ziek geworden met blijvende gevolgen, waardoor ik mijn beroep niet meer kan uitoefenen.

 

Zes maanden na het stopzetten van mijn zaak door bovenvermelde pesterijen en contractbreuk, wezen de medische dossiers uit dat ik recht had op invaliditeit, met een inkomen van 1.100€. Later meer hierover. Bijlage 4.1: invaliditeitsverklaring, welke verklaard 100% erkend invalide.

 

Rechtszaak contractbreuk: Een rechtszaak op contractbreuk van de handelshuurovereenkomst was nodig, na twee jaar kwam er een uitspraak. Desondanks dat de rechter volledig op de hoogte was dat het ging om een contractbreuk van een handelszaak en een inkomensverlies betrof, alsook dat de woonst onbewoonbaar werd verklaard, werd er door het gerecht hiermee geen rekening gehouden. Hij verklaarde met een clausule in het vonnis dat ik één maand de tijd had om te verhuizen, of ik moest hoge boetes betalen. 

 

De ongeschiktheidsverklaring van de controleur kwaliteitsbewaking van de Vlaamse Overheid verklaarde het volgende, ik citeer: 

"Als U overgaat tot herhuisvesting, kunnen de volgende kosten worden verhaald op de eigenaar:

1° De kosten om de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning te ontruimen;

2° De vervoerkosten en/of stockeerkosten met betrekking tot het meubilair en de goederen van de bewoners van de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning;

3° De installatiekosten met betrekking tot de nieuw te betrekken woning;

4° Het Saldo van de huurkost van de nieuwe huurwoning, waarbij de maandelijkse huurkost wordt verminderd met een bedrag gelijk aan 20% van de maandelijks beschikbare inkomen van de huurder;

5° Het saldo van de verblijfskost van het verblijf in een daartoe uitgeruste voorziening, waarbij de maandelijkse kost van het verblijf wordt verminderd met een bedrag gelijk aan 20% van het maandelijks beschikbare inkomen van de huurder.". Einde citaat.

 

Het gerecht houdt met deze opgelegde wetgeving geen rekening, ik heb alle kosten zelf moeten dragen, welke naar mijn mening,  een serieuze procedure fout is, maar er loopt in deze rechtszaak wel meer fout: Gelet op de betekening (eerste pagina van bijlage 8). Omdat ik niet aanwezig was als de deurwaarder de betekening kwam overhandigen meldde hij enkel aan mijn moeder te tekenen voor ontvangst zonder melding te maken dat men dan tekende voor akkoord. Wat niet conform is met de wetgeving. De gerechtsdeurwaarder heeft onderaan zelf handgeschreven toegevoegd: Door moeder. Met andere woorden: Het vonnis werd betekend terwijl wij van mening waren dat er enkel voor ontvangst van het vonnis was getekend. Met alle gevolgen van dien.

 

Bijlage 5: Pleidooi advocaat;

Bijlage 6: Inventaris der overtuigingsstukken;

Bijlage 6.1: Ongeschiktheidsverklaring controleur kwaliteitsbewaking Vlaamse Overheid;

Bijlage 6.2: Ongeschiktheidsverklaring gemeente Mol;

Bijlage 7: Getuigschrift van woonst bewoonster huurpand;

Bijlage 8: Vonnis en betekening.

 

Zoektocht nieuwe woning: Op twee weken tijd had ik 33 huurhuizen gecontacteerd waar ik steeds geweigerd werd, met drie redenen: Inkomen was te klein (invalide 1.100€), alleenstaande man, eigenaar van een hond.

 

Dit is de Rottweiler puppy waardoor ik in elk huurhuis geweigerd ben. Hij heeft tot op heden in drie verschillende huizen gewoond, nergens heeft hij iets stuk gemaakt. Een goede waakhond dat wel!

Bij een persoonlijke afspraak met de burgemeester: Paul Rotthier, ben ik in het bezit van het vonnis en de lijst van de nog vrije huurhuizen waar ik geweigerd was, vroeg ik om hulp gewapend met dubbele huurwaarborg en een drie dubbele huishuur. Alle hulp werd geweigerd door deze ambtenaar in functie, en afgedaan met de bewoording: “Ik kan niet toveren om een adres”. Eén telefoontje van deze ambtenaar in functie naar een huisbaas of verhuurkantoor en het probleem zou opgelost zijn. De burgemeester haalt wel aan, bij het bekijken van het vonnis, dat hij ziet dat het gerecht procedure fouten heeft gemaakt. Maar ik werd wandelen gestuurd. 

 

Weet dat gemeente Mol in het bezit is van noodwoningen. De burgemeester moest niet kunnen toveren om een adres, hij kon er één aanbieden, dat zou het mensliefelijke zijn.

 

De wet of beter gezegd de gecodificeerd Decreet over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020 (citeeropschrift: "Vlaamse Codex Wonen van 2021"), Doc 10, zegt het volgende hierover: Boek 3. Woningkwaliteitsbewaking, Deel 1. Veiligheids- gezondheids- en woningkwaliteitsnormen, Artikel 3.1. Ik citeer: "De Vlaamse Regering kan voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden en voor de huisvesting van bewoners van sociale huurwoningen, die tijdelijk ontruimd moeten worden voor renovatiewerkzaamheden, beperkte afwijkingen toestaan van de vereisten en normen die ze vaststelt met toepassing van paragraaf 1 of 2. De Vlaamse Regering bepaalt de aard van die afwijkingen. Ze bepaalt ook een termijn, die niet langer mag zijn dan zes maanden, waarbinnen die afwijkingen gelden.". Einde citaat. Gelet deze wet is bepaald bij een afkeuring van een huurwoning, de huurwoning die ik moest verlaten werd destijds ongeschikt verklaart: Bijlage 6.1: Ongeschiktheidsverklaring controleur kwaliteitsbewaking Vlaamse Overheid;

 

Tevens zegt criminologe Wendy Rams hierover het volgende, ik citeer: "De Burgemeester zal in dat geval instaan voor de nodige maatregelen en dus voor de herhuisvesting. Hij kan daarbij onder meer de gemeentelijke huisvestingsmogelijkheden benutten of een beroep doen op de medewerking van het OCMW of van de sociale woonorganisaties in de gemeente.". Einde citaat.

 

Na het negatieve bezoek aan de burgemeester heb ik hulp gevraagd bij het OCMW. Daar informeerde men mij dat ze geen makelaarskantoor waren, zij informeerde mij ook dat het volkspraat is als men beweerd dat het OCMW huizen in hun bezit heeft! Dus hier bood men ook geen oplossing. 

 

Frappant is wel, als men opzoekt welke hulp dat het OCMW verleent? Krijgt men onderstaande citaat/opsomming, wat staat er nu op de tweede plaats? Huisvesting!!!!!! Maar voor een Belg in woningnood was het OCMW geen makelaarskantoor!?!

- Financiële hulp;

- Huisvesting;

- Medische hulp;

- Thuiszorg;

- Werkverschaffing; 

- Schuldbemiddeling;

- Psychosociale hulp;

- Rechtsbijstand;

- Opname in instellingen;

- Opvang in dienstencentra;

- Crisisopvang;

- Begeleiding en financiële bijstand aangaande energievoorziening;

- Cultuurcheques om de sociale en culturele participatie te bevorderen;

- enz..

 

Er werd een tweede poging ondernomen om met het OCMW te communiceren.  Samen met een verkozen gemeentebestuurslid (MEMO Meer Mol), gingen we, na afspraak bij de permanentie van het OCMW om een oplossing te zoeken.

 

De maatschappelijk werkster van dienst kwam in de gang en vroeg heel onbeleefd: “Voor wat is ’t”, ze leidde ons niet eens naar een lokaal, in de gang werd het dringende probleem ter sprake gebracht en voor een oplossing gevraagd. Toen de maatschappelijk werkster op de hoogte was werd ze zeer agressief en dreigde de politie te bellen. Hierdoor sloeg ik totaal in paniek en leidde het gemeentebestuurslid me naar buiten met de woorden: “Kom, ze is het niet waard. Wat is dit hier allemaal! We kregen niet eens een lokaal om met deze dringende problematiek in alle sereniteit in gesprek te gaan. Ik zoek wel naar een andere oplossing”. En die kwam er zie hieronder: Zetelende gemeente partij MEMO.

 

Een derde schriftelijke poging om een referentieadres wordt hieronder beschreven bij: referentieadres, waar het OCMW aanzet tot het overtreden van de wet met fraude.

      

Het OCMW wordt ook sociaalhuis genaamd, maar er staat een schrijffout in die benaming. Men is de hoofdletter A vergeten te schrijven, want het is een: Asociaalhuis!!!!

Zowel een burgervader als het OCMW zijn er om het welzijn van een burger te garanderen, maar het machtsgevoel en machtsmisbruik is groter dan deze hulpverlening. Zij passen heel vaak de wetgeving foutief toe, of interpreteren de wet in hún context. Elke gemeente/stad of OCMW is door de wet verplicht noodwoningen of een referentieadres aan te bieden, om zijn burgers in woningnood te helpen.

 

Eveneens bewijst het schrijnend verhaal van Jens DV A, beschreven op het Blog van deze website, met een bijlage van gemeente Haaltert, bijlage 8.1, dat letterlijk zegt: “Als gemeente en OCMW zijn we wettelijk verplicht om voldoende noodwoningen in ons beheer te hebben.”. Beiden gevallen, Jens komt in woningnood door de uitzetting van gemeente Haaltert om noodwoningen te maken. In mijn geval was/is een ambtswege afvoering bevolkingsregister leuker dan hulp te bieden en mij volledig te onderdrukken!!! Zie ook hieronder bij Vervolg van ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister, de verschillende wetten die men overtreedt als men een van ambtswege schrapping uitvoert.

 

Daar sta je dan, met geld op de bank, maar geen dak boven je hoofd! In feite overtreden het OCMW en de politiek verschillende wetgevingen, door hulp te weigeren wanneer men in woningnood is.

 

Dat mensen met een beperkt inkomen geen huis meer kunnen huren, is de onverantwoordelijke beslissing van de regering. Deze heeft beslist dat elke kandidaat huurder de inkomsten van de laatste drie maanden moet voorleggen aan de verhuurder. Hoe de regering dit bekijkt is mij een raadsel, maar het is een schending van bankgeheim. Het voorleggen van de inkomsten geeft geen bewijs of iemand een wanbetaler is of niet. Zie ook hieronder bij thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren.

 

Er werd wel door het OCMW aangeboden dat ik in een opvangtehuis in Oostende voor een maximum tijdsduur van drie weken kon verblijven, onder voorwaarden, dat ik mijn hond weg deed en dat ik zelf, op eigen kosten, elke dag met de trein op en af kwam om een huurhuis te zoeken. Gezien er geen garantie was dat ik in die periode een huurhuis zou vinden, wat ook uitwees dat het nog 1,5 jaar zou duren vooraleer ik een huurhuis vond. Ook huurde ik twee containers voor de stockage van mijn zaak, een derde container was dan noodzakelijk voor mijn meubels, en zouden de kosten hoog oplopen. Een vluchteling krijgt langer onderdak, wat een verschil is in burgerbehandeling.

 

Zetelende gemeente partij MEMO: MEMO (Meer Mol), hierboven reeds vernoemt en komt hierna nog negatief ter sprake, verwees mij  de dag na ons bezoek bij het OCMW, naar het recreatiepark: Zilverstrand (Mol), waar ik nog diezelfde dag een bungalow kon huren, waar men niet gedomicilieerd kon wonen/verblijven. Elke burger is verplicht zijn nieuwe woonst door te geven, waaraan ik heb voldaan. Ik liet echter mijn adres op het pand staan waar ik gerechtelijk uit moest, onder het moto: Wat anderen mogen, mag ik ook, zie hierboven: Verhuis.

 

Van ambtswege schrapping uit het bevolkingsregister: Eén dag nadat ik bij de bevolking doorgegeven had dat ik op het Zilverstrand verbleef, kreeg ik op mijn gsm van het diensthoofd bevolking: Brigitte Viskens, agressieve dreigementen om mij uit het bevolkingsregister te schrappen omdat ik niet mocht wonen op het recreatiepark. Ik ben met haar in discussie gegaan dat ik in Mol/Wezel een identiek voorval meemaakte waar iemand gedomicilieerd stond op het pand dat ik huurde en het niet afhandelen van het burgerlijk onderzoek, waardoor ik mijn zaak/inkomen verloor, en zij mij informeerde hiervan geen weet te hebben.

 

Verder melde ik de persoonlijke aanvraag om een adres bij de burgemeester en OCMW die mij wandelen stuurde. Ik informeerde haar dat ik alles gedaan had wat een burger kon doen voor een adres, maar dat alle hulp geweigerd werd. Wat méér kan een burger doen? Tevens informeerde ik haar dat als zij mij ambtshalve schrapt uit het bevolkingsregister, ik mijn invaliditeit zou verliezen, wat zij ontkende.

 

Aangezien de Belgische wetgeving er uitdrukkelijk op wijst dat met een van ambtswege afvoering niet gedreigd mag worden, gaat gemeente Mol, met name het diensthoofd bevolking: Brigitte Viskens hier grof in overtreding. Hieronder vindt U het citaat uit: Doc. 7: Ambtshalve inschrijving, ambtshave afvoering, bewijs & toepassing.

 

Ik citeer een stuk van deze “News brief” van de OCMW’s op pagina 5: In theorie is er voorafgaande aan de schrapping van ambtswege een periode voorafgaande, het zogenoemde voorstel tot schrapping van ambtswege heeft een duurtijd tussen een en zes maand. Volgens diezelfde theorie mag politie of gemeentebestuur de procedure – schrapping van ambtswege – niet aanwenden tegen de burger als middel tot *pressie of *repressie. De afvoering van ambtswege mag door politie of gemeentebestuur dus niet gebruikt worden om problemen op te lossen die niks te maken hebben met de inschrijving als hoofdverblijfplaats (zoals sociale problemen, stedenbouwkundige problemen, problemen i.v.m. de ordehandhaving, ‘lastige’ burger … ). De gemeentebesturen dienen zich bewust te zijn van hun solidariteit wanneer zij zich belasten met moeilijkheden die niet noodzakelijk opgelost worden door onterechte afvoering van ambtswege (zie punt 88, Deel I van de Algemene Onderrichtingen van 1 juli 2010 betreffende het houden van de bevolkingsregisters).

* Pressie: pres·sie (de; v; meervoud: pressies) 1 druk; = drang: pressie op iem. Uitoefenen. 2 Aandrang, druk, dwang.

* Repressie: re·pres·sie (de; v; meervoud: repressies) 1 onderdrukking. 2 Beteugeling.


Aankoop nieuwe woning: Omdat ik geen huurhuis vond, en ik de bedreigingen van gemeente Mol (van ambtswege schrapping) beu was, heb ik van al mijn spaargeld een woning met vijver gekocht (11/03/2014) in Hechtel/Eksel. In deze gemeente was/is Open-VLD aan het bewind. Desondanks er meerdere personen gedomicilieerd zijn in deze straat, weer anderen hebben deze eigendommen als tweede woonst/buitenverblijf. We hebben een huisnummer, waterleiding, elektriciteit, kabel tv en internet, telefoon en de postbode komt dagelijks, dus alles wat een woonstvoorziening nodig heeft. Toch mocht ik er niet wonen, ook niet na alle feiten voorgelegd te hebben toonde Open-VLD geen menslievendheid, en ik verkreeg een document (art. 6.1.47 (codex) model 1) dat ik moest onderteken. Indien ik er ging wonen zou er een administratieve geldboete van 5.000€ + het risico correctioneel voorgelegd te worden, wat ik niet ondertekend heb, bijlage 9: Art. 6.1.47 (codex) model 1.

 

Tot mijn grote ergernis, gebeurde in de aangekochte woning hetzelfde als in het huurpand (Mol-Wezel). De vorige eigenaar bleef domicilieert staan op dat adres terwijl hij er niet meer woonde, zodat ik het pand wettelijk niet mocht betreden, vastgesteld door advocaat en gerechtsdeurwaarder. Er waren ook schendingen van de koopvoorwaarde door de vorige eigenaar. Vandaar dat ik een advocaat aangesteld had. Het verwijderen/stelen van de verwarmingselementen, gasketel, brievenbus, wc en het vernielen van allerhande eigendom. Hier ga ik niet verder op in, dit zijn andere feiten en niet zo belangrijk in dit dossier.

 

Wel meld ik U een verschil in burgerbehandeling door gemeente Eksel. Omdat de eigenaar direct na verkoop ingetrokken is in een pand in diezelfde straat, waar hij ook niet mocht wonen, liet gemeente Eksel zijn domiciliëring gedurende 1,5 jaar staan op mijn aangekochte woning, en daarna zonder hem document (art. 6.1.47 (codex) model 1) voor te leggen, een referentieadres te verlenen gedurende 2 jaar op het gemeentehuis van Eksel. Hij heeft dus 3,5 jaar illegaal mogen wonen in die straat, waarvoor men mij direct hoge boetes uitschreef.

 

Nota: Weet dat deze zelfde gemeente in 2018 illegaal gebouwde woningen op een weiland, in dezelfde straat, wel mensen toeliet om gedomicilieerd te wonen, weerom een verschil in burgerbehandeling.

 

Vervolg van ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister: Een maand na het telefoongesprek van het diensthoofd van de bevolking (Brigitte Viskens), kreeg ik weer een telefoon van haar, haar toon was anders. Ze beweerde dat ik haar in het eerste telefoongesprek verkeerd begrepen had (wat niet het geval was). Ik haalde ook het aangekochte huis in Eksel aan, waar de feiten zich herhaalde en de bewoner zijn domiciliering aanhield. In tegenstelling tot mijn persoon werd voor deze bewoner ook geen ambtswege schrapping uitgevoerd. Het telefoongesprek eindigde zonder meer.

 

Weer een maand later, in een derde telefoongesprek, veranderde de toon van het diensthoofd van de bevolking waarmee ze me weer agressief bedreigde met een van ambtswege schrapping. Ik ging voor een tweede maal in discussie. Doordat zij geen gelijk haalde stuurde zij, na ons telefoongesprek, dezelfde wijkagent (Mol-Wezel) hierboven vermeld. Hij moest het burgerlijkonderzoek naar mijn persoon uitvoeren. In de discussie die volgde werd hij zelfs boos, omdat ik het verschil in burgerbehandeling aanhaalde over zijn onbehandelde uitvoering in Wezel, en het hoofd van de bevolking geen weet had over het burgerlijk onderzoek in Mol/Wezel en hij de discussie niet aankon. Hij zei: “Als je zo begint dan gaan we het anders oplossen”.

 

Er werd een andere agent aangesteld (Mol/Rauw), die zogezegd geen weet had van voorafgaande feiten. Deze wijkagent gaf ik ook door dat ik een woning gekocht had waar de eigenaar ook zijn domiciliëring liet staan, wat hij blijkbaar, meedogenloos, grappig vond.


Niet tegenstaande dat ik alles gedaan heb wat een burger kan doen om een adres, ging CD&V, SP-A en Open-VLD door met hun van ambtswege schrapping op 09/09/2014. Bijlage 10: Schriftelijke ambtswege schrapping uit het bevolkingsregister.

Nota: Als U zich nog herinnerd bij de onderhandelingen van het regeerakkoord voor de Vlaamse regering 2019. CD&V maakte een hele ophef, omdat zij het inburgeringshoofdstuk te extreem vonden, dat aangebracht was door de NVA, om het toekennen van vluchtelingen te bemoeilijken! De politieke logica van de zogezegde "volkspartij": CD&V, met nadruk op: "Volks", en de slogan: Eigen volk eerst in de goot! Het inburgeringshoofdstuk is te extreem, maar eigen volk van ambtswege afvoeren uit het bevolkingsregister is voor hun normaal. Waar zit de politieke logica? Ik vind wel de politieke hypocrisie hierin.

 

Gelet: Desondanks ik de twee bovenvermelde panden niet mocht betreden, mocht de nieuwe bewoonster in Mol-Wezel dit wel, waar ik mijn domiciliëring liet staan, zie bijlage 10. Een grof verschil in burgerbehandeling. Ik verbleef destijds nog steeds op het recreatiepark Zilverstrand. De menslievende CD&V, SP-A (Vooruit) en Open-VLD schendt zo elk burgerrecht met mij af te voeren uit het bevolkingsregister. Hieronder vindt U de wetgevingen die zij overtreden:


Opsomming wetgevingen:

- Referentieadres: De wetgeving van het bevolkingsregister zegt: Dat het bevolkingsregister ten alle tijden correct ingevuld moet blijven, en een referentieadres moet verleend worden;

Doc. 1: Identiteitsbewijzen en Referentieadres;

Doc. 1.1: De bevolkingsregisters;

Doc 1.2: De inschrijving in de bevolkingsregisters;

Doc 1.3: De afvoering uit de bevolkingsregisters;

Doc 1.4: Regeling van de geschillen bij de bepaling van de hoofdverblijfplaats;

- Artikel 5 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;

 

- Artikel 15 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Een ieder heeft het recht op een nationaliteit. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen;

 

− Artikel 25 Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen huisvesting;

Doc. 2: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

− Artikel 30 en 31 Europees Sociaal Handvest: Ieder heeft recht op bescherming tegen sociale uitsluiting en armoede. Ieder heeft recht op huisvesting. Maatregelen worden genomen die erop gericht zijn:

 

1. De toegang tot adequate huisvesting te bevorderen;

2. Dak- en thuisloosheid te voorkomen en te verminderen teneinde het geleidelijk uit te bannen;

3. De kosten voor huisvesting binnen het bereik te brengen van een ieder die niet over voldoende middelen beschikt.

 

Nota: Artikel 31 van het Europees Sociaal Handvest is evenwel door België nog niet geratificeerd. Het Interfederaal steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting dringt in haar tweejaarlijks verslag 2010-2011 aan op een ratificatie door België.

Doc. 3: Europees Sociaal Handvest.

− Artikel 23 Belgische Grondwet: Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. Die rechten omvatten inzonderheid: Het recht op een behoorlijke huisvesting;

Doc. 4: Artikel 23 Belgische Grondwet;

Doc. 4.1: Belgische Grondwet.

− Artikel 3 Vlaamse Wooncode: Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd;

Doc. 5: Decreet houdende de Vlaamse Wooncode;

Doc. 5.1: Naar een versterkt recht op wonen?.

− Federaal en nationaal plan tegen armoedebestrijding: In alle opzicht overtreden zij de wetgeving aangaande: Armoedebestrijding. Zoals op mijn Home page reeds gemeld, door dit onrecht worden ook kinderen geraakt en komen eveneens in de armoede. Dus kan men zeggen, dat een ambtswege schrapping, het tegenovergestelde is van het federaal armoedebestrijdingsplan.

Doc. 6: Federaal Plan armoedebestrijding;

Doc. 6.1: Federaal plan armoedebestrijding 2016-2019;

Doc. 6.2: Nationaal kinderarmoedebestrijdingsplan.


De burgemeester van Mol had een maandelijks sarcastisch grapje. Als hij minimum twee Vlamingen uit de bevolking schrapte, zei hij: “Het is maar kalm in de illegale wereld”. De vraag is: Hoeveel mensen werden er afgevoerd als het volgens hem druk is? Dit grapje is mij gemeld door een gemeentebestuurslid van Mol.

 

Nota: Toen mijn van ambtswege afvoering aangetekend toekwam, verkondigde de PS uit Wallonië dat, als men IS strijders die in het binnen- en -buitenland dood en verderf zaaien uit het bevolkingsregister schrapt, dit Gestapo praktijken zijn.

 

Ik ga niet akkoord met deze doelstelling, maar als de PS zou gezegd hebben dat het Gestapo praktijken zijn, als men dit met eigen modale Belgische burgers doet, ga ik akkoord met deze doelstelling.

Gelet, dat ik gedurende het anderhalf jaar dat ik op het recreatiepark Zilverstrand verbleef vele lotgenoten ben tegen gekomen. Wat opviel (zonder racistisch te zijn) er was nooit één allochtoon die ik daar als lotgenoot tegenkwam.

 

VZW Vluchtelingenwerk Vlaanderen haalde het nieuws op 06 december 2016 met een familie allochtonen waar de man zei: Dat het een schande was dat hij 3 tot 5 huizen aangedaan had waar hij geweigerd was. Dus sprong deze VZW ter hulp. Ik heb deze VZW aangeschreven dat Vlamingen ook problemen hadden om een huurhuis te vinden, maar nooit heb ik een antwoord gekregen van deze menslievende organisatie.

 

Het verschil tussen een oppositie en zetelende partij: De voorzitter van de politieke partij Memo  werd schriftelijk op de hoogte gebracht aangaande mijn van ambtswege schrapping. Dit was de oppositie partij die de pesterijen van mijn zaak zonder resultaat aanvocht bij de gemeenteraad, hierboven vermeld bij pesterijen. Ondertussen waren zij geen oppositie partij meer en zetelden in de gemeenteraad, met CD&V, Open VLD en SP-A (Vooruit). Geen gehoor werd gegeven op dit politiek onrecht. Dit is de hedendaagse politiekvoering: Wanneer men oppositie voert wil men zoveel mogelijk klachten van burgers aanhoren om het gemeentebestuur te bestoken, maar als ze zelf zetelen met de partijen die ze eerst bestookten, kan er geen kwaad woord af.

 

Referentieadres: Er bestaat een correcte wetgeving voor een burger die geen adres kan voorleggen. Iedere gemeente/stad of OCMW kan en moet een referentieadres verlenen zodat men administratief wettelijk verankerd kan worden in het bevolkingsregister.

Bijlage 11: Schrijven gemeente Mol met voorwaarden tot referentieadres/dakloosheid.

De omzendbrief van het KABINET VAN DE STAATSSECRETARIS van 21/03/1997 aan de OCMW's om een aanvraag aangaande een referentieadres, dat het OCMW verplicht is op te sturen en aan te vragen:

Doc. 1.5 Invoering van de mogelijkheid voor daklozen een referentieadres bij het OCMW te bekomen.

Het OCMW beweerd dat ik geen landloper noch dakloos ben/was, wat niet correct is. Maar de vraag is: Wanneer is men een landloper? De dag dat men geen officieel adres kan voorleggen. 

 

Tevens zet het OCMW aan tot frauderen, door te schrijven (bijlage 12), ik citeer: "Er is geen vaststelling van dakloosheid. Er is een mogelijkheid om het domicilie-adres te plaatsen bij de moeder.". Einde citaat. Tevens is dit de derde poging bij het OCMW om een aanvraag voor een referentieadres (zie hierboven: zoektocht nieuwe woning), volgens de Belgische wetgeving is het OCMW verplicht om binnen de 30 dagen een oplossing te bieden en de Belgische wetgeving is vrij duidelijk aangaande een referentieadres te plaatsen bij derde, dit wordt wettelijk aanzien als frauderen, men kan enkel een referentieadres plaatsen bij gemeente/stadhuis of OCMW.

 

Alsook zijn er wetgevingen die het OCMW moet volgen: een citaat uit Algemene Wetgevingen en Regelementen OCMWs:

HOOFDSTUK III. — Daklozen

Art. 9. Wordt voor de toepassing van artikel 14, § 3, derde lid, van de wet gelijkgesteld met een dakloze, de persoon die bestendig verbleef in een openluchtrecreatief verblijf of een weekendverblijf omdat hij niet in staat was om over een andere woongelegenheid te beschikken en die dit verblijf effectief verlaat om een woonst te betrekken die hem als hoofdverblijfplaats dient.

Doc. 9: Algemene wetgevingen en regelementen OCMWs.

Doc. 9.1: De procedurele waarborgen bestemd voor de OCMW-cliënten.

Het OCMW en de politiek overtreedt verschillende wetgevingen als zij hulp weigeren wanneer men, om welke reden dan ook, in woningnood verkeerd. Wat het OCMW en de politiek mij heeft aangedaan, wanneer men hun verklaring bijlage 12, vergelijkt met Doc.1 Identiteitsbewijzen/Referentieadres, en het citaat uit de Algemene wetgevingen en regelementen OCMWs, is gans mijn zaak gebaseerd op moedwilligheid en een persoonlijke visering. Alsook mag men volgens de letter van de wet geen referentie adres plaatsen op een burgeradres waar men niet verblijft, dit wordt door de wet aanzien als fraude, dus zet het OCMW mij aan op fraude als zij in hun schrijven verklaren dat er een mogelijkheid is om een domicilieadres te plaatsen bij mijn moeder.

 

De burgemeester en de voorzitter van het OCMW spelen het spel samen, om mij te ruineren, hieronder het bewijs bij het thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren, waar het OCMW met een rechtszaak, onder meineed, mij 13 maanden zonder een inkomen zet. En een volgende poging bij: de waanzin van het OCMW, waar men weer met leugens mijn leefloon ontneemt.

 

Gelet dat de voorzitter van het OCMW: Wim Caeyers, aanwezig was bij de feitelijke ambtshalve schrapping, zou hij als voorzitter van het OCMW hierom een tussenkomst moeten bieden dat dit onrecht niet kon gebeuren. Ook zegt de omzendbrief van: 24/02/2003 van het FOD Maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie volgende wetgeving het tweede lid van de nieuwe paragraaf 7 van artikel 2 van de wet van 2 april 1965 verplicht de OCMW's iedere toekenning van maatschappelijke dienstverlening te melden aan de Bestuur directie van het Maatschappelijk Welzijn van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie. Doc. 8.2 Nieuwe territoriale bevoegdheidsregel voor daklozen meldingsplicht. Dit heeft de voorzitter in mijn geval niet gedaan! Geen probleem Wim, ik zal dit nu nog doen op bovenvermeld e-mailadres van deze omzendbrief.

 

Aanklacht Binnenlandse Zaken en Koningshuis: Ik ben de burgemeester van gemeente Mol (Paul Rotthier, CD&V) schriftelijk blijven aanvallen over dit onmenselijk onrecht. Na een tijdje schreef deze ambtenaar met veel pretentie: “Als het me niet aanstond, dat ik een klacht kon neerleggen bij Binnenlandse Zaken”, bijlage 13: Schrijven burgemeester. Hierna heb ik dan ook de daad bij het woord gevoegd en Binnenlandse Zaken (Jan Jambon) en het Koninghuis aangeschreven.

 

Het Koningshuis reageerde vrij snel, maar omdat, volgens hun, het een gerechtelijke procedure was kon men geen tussenkomst bieden. Bijlage 14. Zie vervolg Binnenlandse Zaken. Vóór ik antwoord kreeg van deze instantie, vond ik een huurhuis.

 

Het ontnemen van mijn invaliditeit: Door de uitvoering van de van ambtswege schrapping is ook mijn invaliditeit ontnomen, in tegenstelling tot de bewering van het hoofd van de dienst bevolking: Brigitte Viskens, hierboven vermeld bij het thema: Van ambtswege schrapping uit het bevolkingsregister. Bijlage 15.1 een schrijven van de CM welke letterlijk zegt dat mijn invaliditeit ontnomen wordt door de uitvoering van de ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister. Met een rechtszaak tegen het RIZIV tot gevolg.

 

Er waren voor mijn ambtswege afvoering meerdere controles uitgevoerd door het RIZIV, waar ik telkens +66% bevonden was.

 

Na mijn ambtswege afvoering, had ik mijn antwoord op de aanklacht bij Binnenlandse Zaken nog niet ontvangen. Toen ik meldde bij het RIZIV dat ik ondertussen ongeveer 92 huurpanden had bezocht en telkens werd geweigerd, een pand had gekocht waar de vorige eigenaar nog gedomicilieerd bleef en daardoor geen toegang had, was het RIZIV van mening dat ik niet genoeg moeite had gedaan.

 

Tevens was dit ook de begin periode van de politieke leugen van Maggie de Block, toenmalig minister van volksgezondheid, met haar slogan dat ze van de daken schreeuwde: "Aangepaste jobs voor langdurige zieke". Zij heeft deze leugen nooit kunnen realiseren, welke ik U bewijs hieronder beschreven bij: VDAB. Als  een minister faalt in hun job, zijn het de burgers die het moeten bekopen. Dus werd zonder meer mijn invaliditeit ontnomen.

 

Tweede aanmelding OCMW: Bij de eerste aanmelding, hierboven vermeld (Iedere Belg heeft recht op zijn/haar inkomen), had ik volgens het OCMW geen recht op een inkomen. Dus bij de tweede aanmelding, na het ontnemen van mijn invaliditeit, ging ik mijzelf verdedigen bij de raad van het OCMW.

 

Ik werd geconfronteerd met de politieke opstoker tegen mijn zaak (schepen SP-A - Vooruit: Ingewald (Wally) Antonsson, hierboven vermeld), die zetelde in de raad van het OCMW. Hij was van mening dat een zelfstandige geen recht had op een leefloon, dus was ik verplicht, door het OCMW, mijn statuut als zelfstandige op te zeggen. Zijn interpretatie staat niet in de wetgeving van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Ik meldde de pesterijen op mijn zaak die mij ziek hebben gemaakt, de verplichte verkoop hieromtrent, de ambtswege schrapping en de gevolgen hiervan zoals het ontnemen van mijn invaliditeit.

 

De voorzitter van het OCMW was van mening dat ik schuld trof aan faling. Wat niet het geval was, dit wijst mijn dossier uit, hieronder en hierboven uitgelegd. Uiteindelijk werd mij een “niet terug vorderbaar” leefloon toegekend. Op het “niet” terug vorderbaar kom ik later nog terug. Bijlage 15: Pv opgesteld bij de raad van het OCMW.

 

Rechtszaak tegen het RIZIV: Een pro-deo advocaat (zetelend tussen Dessel/Retie) werd mij toegewezen. Zijn woorden bij de eerste ontmoeting waren, “dat hij blij was om eens tegen het RIZIV te procederen”, met andere woorden: “Ik heb geen ervaring in deze procedure”.

 

De rechtszaak wees dit ook uit, hij trok zijn mond in de rechtszaak niet open. Hij stelde zelfs geen gerechtelijke deskundige aan, wat een normale procedure is bij deze rechtszaken. Bijlage 16: Eerste vonnis tegen het RIZIV.

 

Ik ontsloeg de advocaat na het vonnis en tekende zelf hoger beroep aan, het vervolg vindt U hieronder bij thema: Hoger beroep RIZIV.

 

Huurhuis: Na 1,5 jaar zoeken, heb ik toch een huis kunnen huren, met een leugen om bestwil, dit wil zeggen: Ik werd in de eerste instantie weer geweigerd, te laag inkomen en mijn hond. De huisbaas had ik voorgelogen, dat ik samen met mijn moeder in dit huis zou komen wonen, wat niet het geval is. De voorwaarde van mijn kant dat het huurcontract wel op mijn naam moest opgesteld worden.

 

 

Corrupte her inschrijving paspoort: Bijlage 17, betreft aanvraag nieuwe identiteitskaart. Het meldt: Indien ik een nieuw paspoort “wens” aan te vragen moet ik het wel zelf betalen, terwijl het gemeentebestuur zelf mijn paspoort “onterecht” heeft geschrapt uit het bevolkingsregister. Potje breken is potje betalen, horen zij dit niet te betalen dan? Bijlage 18, is het vervolg met boetes tot 500€ als ik mijn paspoort niet in orde maak. Deze bedreigingen, in tegenstelling tot Bijlage 17 hier had ik blijkbaar nog de “keuze” of ik nog een geldig identiteitsdocument wenste.

 

Ik heb mijn identiteitsdocument terug in orde gemaakt, op eigen kosten wel te verstaan, maar ik voel mij door de van ambtswege afvoering geen Belg meer, en dat zal zo voor de rest van mijn leven blijven, door dit politieke onrecht.

Installatiepremie: Wanneer men terug een huurhuis/gedomicilieerd adres vindt, na een van ambtswege schrapping, heeft de gedupeerde recht op een installatiepremie, dit werd mij geweigerd, wat weer een overtreding is van de wetgeving.

Doc 8: Wetgeving daklozen en installatiepremies;

Bijlage 19: Schrijven OCMW weigering installatiepremie omdat er niet aan de voorwaarden van daklozen werd voldaan.

Doc. 8.3 Installatiepremie toegekend in het kader van de wet van 23 augustus 2004 tot wijziging van de organieke ocmw wet van 8 juli 1976.


Anoniem bericht:

Kort na het instaleren van deze website, kreeg ik een anonieme mail op het mailadres van Illegale Vlamingen. De mail had een korte tekst en een foto in bijlage. Toen ik deze anonieme mail terug contacteerde kreeg ik geen aansluiting meer op het mailadres. Ik wil van deze website geen discriminerende/racistische website maken maar toch wil ik  hiervan melding maken, volgend citaat in deze mail:

 

“Dit zal jullie zeker interesseren, de foto is een kopij van een brief van het OCMW Harelbeke naar vluchtelingen. De brief is op een verkeerd adres terechtgekomen en gekopieerd. Publiceer dit op je website. Zij krijgen wel een gigantisch leefloon van: 1179,65€ per maand,  kindergeld ten bedrage van 693,89€ + een huursubsidie en een installatiepremie er bovenop van: 1179,65€ , en ze waren niet eens dakloos. Dit is een maandelijks inkomen van meer dan 2000€ voor iemand die nooit iets aan dit land heeft bijgedragen!. Einde citatie. Bijlage XX, foto bijlage van deze mail.

 

Beste anonieme melder: Bedankt voor de melding. Ik heb voor U (zonder dat U het vroeg) de nodige opzoekingen gedaan, aangaande een installatiepremie voor vluchtelingen. Blijkbaar krijgen vluchtelingen wel een installatiepremie en worden aanzien als dakloos, hier volgen twee officiële documenten: Doc. XX van het agentschap integratie en inburgering en Doc. 8.3 Installatiepremie toegekend in het kader van de wet van 23 augustus 2004 tot wijziging van de organieke ocmw wet van 8 juli 1976, die melden dat zij recht hebben op een installatiepremie! Of U gelijk hebt of de wet, dit laat ik in het midden.

 

Mag ik U ook erop wijzen, dat verschillende kopstukken van het Vlaams Belang deze website gelezen hebben, en zij hebben hier blijkbaar geen probleem mee, vermeld hieronder bij: Aangetekend schrijven naar de politiek.


Vervolg Binnenlandse Zaken: Binnenlandse Zaken reageerde zeven maanden nadat ik een aanklacht ingediend had. Geduld is een deugd, op datum van 27/10/2015 wordt er schriftelijk gemeld door Binnenlandse Zaken dat er een onderzoek gestart wordt, bijlage 20.

 

Bijlage 21, een tweede schrijven van Binnenlandse Zaken, kort uitgelegd: De ambtshalve afvoering was onterecht gebeurd. De Directeur Generaal zou op de hoogte gebracht worden. Voordat deze ambtenaar op de hoogte gebracht werd, antwoordde de burgemeester zeer corrupt, Bijlage 22: Schrijven burgemeester. Toegevoegd aan het schrijven van deze burgemeester een beslissing van burgemeester en schepenen, Bijlage 23: Beslissing college burgemeester en schepenen.

 

De vraag is niet wat er in het document van college van burgermeester en schepenen staat, maar wat er gezegd is tijdens deze zitting, wat dit document niet vermeld! Ik kom hier later nog op terug: OCMW en samenspanning van ambtenaren.

 

Opgelet, het antwoord van de burgemeester, op het schrijven van Binnenlandse Zaken: Dat hij mij “voorlopig” terug in het bevolkingsregister inschrijft. Als echte bureaucraten sluit Binnenlandse Zaken het dossier af, dus ben ik een deeltijdse Vlaming, met een stamboom tot de tijd van de Galliërs. Bijlage 24: Afsluiting dossier Binnenlandse Zaken.

 

Ook al werd er vastgesteld dat de afvoering van ambtswege schrapping uit het bevolkingsregister onterecht was, vermeld tot op heden het getuigschrift van woonst dat ik ambtshalve geschrapt ben op 03/09/2014. Bij iedere instantie, bij het scannen van het paspoort wordt mijn integriteit tekens in vraag gesteld en moet ik me rechtvaardigen, wat een zweem van ongeloof teweeg brengt bij iedere instantie. Bijlage 25, getuigschrift van woonst op datum van: 11/10/2018. Mijn gemeentelijkdossier zou moeten melden dat mijn paspoort “onterecht” geschrapt was uit het bevolkingsregister, in plaats van hun bureaucratische verbloeming.

 

Nota: Een van ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister heeft levenslange gevolgen.


Heeft de gemeente politiek geleerd bij mijn aanklacht bij Binnenlandse Zaken? Neen…


Politici en staatsinstanties zijn hardleerse ambtenaren en voelen zich machtig op hun onschendbare stoel. In de inleiding meld ik mijn contact met het Vlaams Belang, alsook hieronder bij: Aangetekend schrijven naar de politiek. De regionale destijdse Vlaams Belang voorzitter (Mol), Koen Boeckx (ondertussen onafhankelijk zetelt raadslid), was gechoqueerd door mijn feiten en hij heeft in 2019, bij nazicht in het bevolkingsregister, geconcludeerd dat Mol hardnekkig een 10 tal personen per maand uit het bevolkingsregister schreef. De huidige burgemeester: Wim Caeyers, vroegere voorzitter van het OCMW en schepenen aanwezig tijdens de zitting college van burgemeester en schepenen, bijlage 23, vond mijn van ambtswege schrapping destijds al een normale procedure.

 

Verdere Pesterijen: Pesten kan ernstige gevolgen hebben. Voor pesterijen die burgers elkaar aandoen stap je naar de politie. Maar wat doe je met politieke pesterijen, of machtsmisbreuk om burgers te pesten of te ruineren?

 

Wat doen pesterijen met een mens? Iedereen herinnert zich nog wel dat de klimaatjongeren Joke Schauvliege 24/24 bestookte (stalken) met sms’jes, m.a.w. gepest werd. Waar Joke Schauvliege een leugentje om best wil gebruikte, in de hoop dat het gepest zou stoppen.

 

Het beeld dat Joke Schauvliege in elkaar stortte op nationaal TV ligt nog fris in ons geheugen, dit had voor haar verschillende redenen:

 

1. Het niet aan kunnen van een paar weken constante pesterijen;

 

2. Het besef dat ze haar inkomen zou verliezen, bij een verplicht aftreden.

 

Beste Joke, U als slachtoffer van onschuldige pesterijen, hoe staat U tegenover mijn dossier? En het ergste moet nog komen, want de Burgemeester (Paul Rotthier) van Mol is een slechte verliezer. De eerstvolgende pesterijen zijn politiek kinderachtige streken. Het is na deze kinderachtige streken, dat er politieke pogingen ondernomen worden om een totale ruinering te creëren, zie hieronder bij: OCMW en samenspanning van ambtenaren en: De waanzin van het OCMW.

 

Diftar (vuilophaling): De eerst volgende keer dat ik huisvuil aanbood, na het afsluiten van het dossier van Binnenlandse Zaken, kreeg ik op mijn vuilnisbak een briefje dat de chip stuk was en dat ik Diftar hieromtrent moest contacteren.

 

Telefonisch kreeg ik te horen dat ik verhuisd was, naar het adres van het recreatiepark Zilverstrand waar ik 1,5 jaar illegaal gewoond had, gelet dat ik reeds een tijdje op een officieel adres woonde, waar ik de dag van vandaag nog steeds woon. In de discussie beweerde de dame dit zo doorgekregen te hebben van de dienst bevolking. Ik moest van deze dame naar de gemeente gaan om dit te regelen.

 

Ik speelde het spelletje mee, zonder de gemeente te contacteren… Ik wilde hierover een schriftelijk bewijs van Diftar. De dag erna contacteerde ik Diftar, met de woorden: Dat de dienst bevolking geen weet had van de adreswijziging en dat zij hiervan een bewijs wensten.

 

Ik melde de dame van Diftar dat ik een afspraak had met het hoofd van de bevolking (Brigitte Viskens), wat niet het geval was. De dame van Diftar zou mevr. Viskens zelf ook contacteren. Na haar contact met mevr. Viskens heeft zij haar visie moeten bijstellen, maar ik bleef toch mooi twee weken met mijn afval zitten.

Bijlage 26 mail van Diftar (gelet: data mails van en naar Diftar in tegengestelde volgorde).

Bijlage 27: Bevestiging rechtzetting, gemeente Mol.

Deze kinderachtige, politieke, streken tonen aan dat de burgermeester en zijn gevolg slechte verliezers zijn en alles uit de kast halen om te pesten.

OCMW en samenspanning van ambtenaren: Kort na het voorval met Diftar, kreeg ik een aangetekend schrijven van het OCMW, dat zij een “niet” terug vorderbaar leefloon, terug vorderde. Bijlage 28. Zij gaven als reden dat ik bij de raad van het OCMW niet vermeld had dat ik mijn handelswoning verkocht had.

 

Bijlage 15: Vindt U de pv opgesteld tijdens de raad van het OCMW, waarin melding wordt gemaakt van de verkoop door pesterijen. Als men zichzelf vertegenwoordigt bij de raad van het OCMW is er altijd een politieagent aanwezig die een pv opstelt.

 

Niemand kan mij overtuigen dat dit geen opgezet spel is van de burgemeester (Paul Rotthier) die, na het oordeel van Binnenlandse Zaken, zich opstelde als een slechte verliezer in een poging tot totale ruinering. Bijlage 23, vindt U op het document van College van burgermeester en schepenen, met bovenaan de naam Wim Caeyers als voorzitter van het OCMW en schepenen. Zijn reactie bij de raad van het OCMW over mijn ambtshalve schrapping (vóór de uitspraak van Binnenlandse Zaken) dat dit de normaalste zaak van de wereld is, zie hierboven: Vervolg Binnenlandse Zaken, hier bevestigd de destijdse voorzitter van het Vlaams Belang Mol: Koen Boekcx dat Wim Caeyers die nu burgemeester is dit onrecht doorzet, ook al was hij aanwezig tijdens de zitting van College van burgemeester en schepenen, waar zij op de hoogte gebracht waren dat dit geen correcte uitvoering van de wet is.

 

Vóór het aangetekend schrijven van de terugvordering van een “niet terug vorderbaar” leefloon heeft het OCMW, ter voorbereiding van een komende rechtszaak, mijn bankzaken opgevraagd. Niets vermoedend geef ik vanaf 2011 alles ter inzage. Gezien een eerlijke boekhouding en het feit dat ik niets verborgen hield, kon men deze niet gebruiken. Zowel de koopacte en de vermelde verkoop waren reeds aanwezig.

 

Nota: Het regelement van het OCMW aangaande een sociaal onderzoek van een herziening van een leefloon zegt het volgende:

 

7) Tijdens het sociaal onderzoek moet het OCMW de betrokkene laten weten dat hij het recht heeft om gehoord te worden voordat een beslissing wordt genomen over de toekenning, de weigering of de herziening van een leefloon, van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie of van een maatschappelijke integratie via tewerkstelling . Dit recht om gehoord te worden geldt eveneens wanneer het OCMW een beslissing neemt over het opleggen van een sanctie tegenover de betrokkene of de terugvordering bij de betrokkene die het leefloon heeft ontvangen. Het OCMW zal eveneens het feit moeten vermelden dat de betrokkene de mogelijkheid heeft om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen tijdens het verhoor door een persoon van zijn keuze.

 

9) Zij moeten bovendien hun beslissingen motiveren en de ontvangers inlichten over de beroepsmogelijkheden.

 

9.1) Bij een beslissing die de terugvordering van het onverschuldigde bedrag gelast, zijn zij verplicht om de sociaal verzekerde speciaal in te lichten over de aard en de berekeningsmodaliteiten van het onverschuldigde bedrag, door ervoor te zorgen dat hij de instelling kan vragen om af te zien van de terugvordering van dit onverschuldigde bedrag.

 

Het OCMW heeft mij nooit gemeld betreffende een sociaal onderzoek tegen mijn persoon, noch heb ik mij hieromtrent mogen verdedigen bij de raad van het OCMW.

 

Een dure rechtszaak was dan ook onvermijdelijk.

1.
Toen de bevestiging van de rechtszaak tegen het OCMW een feit was, kreeg ik van het OCMW een aangetekend schrijven dat ik bij hun diensten nog schulden had (het niet terug vorderbaar leefloon). In bijlage 29. Dit is volledig tegen de wetgeving vermits een rechtszaak lopende is en zij het vonnis moeten afwachten. Ik heb dan ook persoonlijk de bevoegde ambtenaar hierover aangesproken!

2.
Zelfs in de conclusies tussen de advocaten, ontkende de advocaat OCMW geen weet te hebben van de opgestelde pv, hierboven vermeld bijlage 15, waarin de verkoop van handelswoning vermeld staat. Zelfs in het gerecht ontkende ze hiervan weet te hebben, waarop de rechter zeer boos reageerde, de opgestelde pv aantoonde en de ontkenning van het OCMW bekritiseerde.

Doordat het OCMW hun nederlaag niet kon aanvaarden, veranderden zij van tactiek en beweerden dat ik een geheim spaarpotje bezat om te overleven. Bijlage 30, eerste vonnis OCMW.

 

Een tweede rechtszaak melde zich aan, over de valse beweringen van mijn geheim spaarpotje. Mijn raadsman, die ook het OCMW in Gent vertegenwoordigd, wou het OCMW Mol niet te hard schofferen, en verbood mij aanwezig te zijn tijdens de tweede zitting, en liet het OCMW in de tweede rechtszaak moedwillig winnen. Hij was van mening als er een inkomen is, ook al is het ver onder het bestaansminimum, dat ik hiermee vrede moest nemen. Het OCMW melde de rechtbank niet dat ik van de gelden van de verkoop van mijn handelswoning, een andere woning gekocht had, hierboven vermeld bij: Aankoop nieuwe woning. Gelet: Het regelement van het OCMW meldt, dat men een eerste eigendom mag bezitten wanneer een leefloon wordt toegekend.

 

Frappant is ook dat het vonnis niet meldt hoelang ik onder een bestaansminimum moet leven. Bijlage 31, tweede vonnis OCMW.

 

Even de rechtszaak tegen het RIZIV aanhalen die toen nog lopende was. Zolang deze rechtszaak lopende is mag men niet actief werken. Om terug te komen op de twee rechtszaken tegen het OCMW, houdt men mij moedwillig gegijzeld om mij te ruineren, deze heeft 13 maanden aangesleept, zonder enige bron van inkomen. Het door de rechtbank vastgestelde minimum leefloon, bedraagt 8.225,38€ over de periode van 13 maanden. De dotatie van de advocaat bedraagt 2.197,56€. Conclusie: Om 1,5 jaar te overleven rest 6.027,82€. Bijlage 32, schriftelijke verklaring OCMW dat ik maandelijks een leefloon verkrijg van: 672,80€, wat ver onder het wettelijke bestaansminimum is.

Het OCMW had na de uitspraak geen enkele empathie hieromtrent, in tegendeel. Hun leuze is: “Sociale dienst”, ik ben van mening dat men de “A” vergeten te plaatsen is voor het woord “sociale”.

 

 

 

Dat het een politieke afrekening is/was, daarover bestaat geen twijfel, dit is machtsmisbruik en samenspanning van ambtenaren.

 

Fotoreferentie: gemeente Mol, destijds burgemeester: Paul Rotthier, met zijn eigen toepasselijke/dubbelzinnige (verkiezings)slogan. Met mijn website toon ik aan dat er met politiek onrecht en machtsmisbruik nog veel “moet” verbeteren, waar U Paul, zich schuldig aan maakt! Wilt U daarvoor ook zitten Paul? Weet U Paul op…

bewezen Machtsmisbruik en samenspanning van ambtenaren
hierop staat een gevangenisstraf van 5 tot 15 jaar.

 

Tevens maakt U Paul en Wim Caeyers door dit feit zich schuldig aan broodroof, het recht op een waardig bestaan en poging tot onvrijwillige doodslag, maar U Paul, maakt er zich vier keer schuldig aan de opgesomde feiten. Dit is de vierde politieke aanval op mijn inkomen, met oog om mij te ruïneren:

 

1. De politieke pesterijen op mijn zaak;

 

2. Contractbreuk op de handelshuurovereenkomst, men kan zeggen dat de politiek hieraan niet schuldig is! Indirect heeft men gelijk, maar had men op de pesterijen van mijn handelswoning vanuit de gemeente en politie dadelijk gereageerd, hadden we een heel ander verhaal..!

 

3. Van ambtswege afvoering, waardoor ik mijn invaliditeit verloor;

 

4. Meineed op mijn OCMW leefloon.

 

Voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst (OCMW):

 

Wim Caeyers (CD&V) .

 

OCMW-secretaris:

 

Stefan Hendrix.

 

Bestuursleden Bijzonder Comité Sociale Dienst (OCMW):

 

Stef Laurent (CD&V);

Frederik Loy (CD&V);

Ria Vreys (CD&V);

Rit Kerstens (Open VLD) ;

Ingewald Antonsson (SP-A, Vooruit);

Marina Van Reusel (SP-A, Vooruit) ;

Lutgart Bergmans (Memo);

Bart Duchateau (N-VA);

Marc Smets (N-VA);

Hilde Valgaeren (N-VA).

 

Maar het stopt niet bij deze vier pogingen om mij te ruineren, hieronder beschreven bij: “De waanzin van het OCMW”, volgt een vijfde poging, met een nieuw OCMW bestuur.

 

Nota: Terug naar het thema hierboven: zoektocht nieuwe woning met vermelding dat het afleveren van een loonbrief van de voorbije drie maanden geen bewijs is dat een potentiele huurder een wanbetaler is. Ik had door de corrupte handelingen 13 maanden geen inkomen waarvan mijn huisbaas geen weet had, noch nadeel heeft gehad. De huishuur en andere rekeningen werden netjes en tijdig betaald door mijn moeder, met de onderlinge afspraak om dit terug te betalen.

Na het vonnis kreeg in een inkomen dat ver onder het bestaansinkomen ligt, en na indexering momenteel 742,16€ bedraagt – terwijl ik een maandelijkse huishuur van 681,62€ betaal. Reken daarbij Elektriciteit – Gas – Water – Brandverzekering. En wat met eten en de overige kosten? Dankzij mijn moeder heb ik voorlopig geen schulden. Zij tracht de tekorten bij te passen met haar pensioentje van 1.250€. Uiteraard met de overeenkomst dat ik haar (ooit) terug betaal. Door deze toestand worden er twee mensen, ongewild, in de armoede gesleurd en daar voel ik me zéér schuldig door. Ook zij zou graag “leven” en niet enkel bestaan!

 

Enkel onze “slimme inhalige” leiders, van gemeentepolitiek tot Europa creëren nodeloze toestanden, zijn wereldvreemd en nemen onrealistische beslissingen wat leidt tot drama’s.

 

Na het verpletterde vonnis tegen het OCMW, verplichtte zij mij om een integratiecontract en een bijkomstig GPMI te ondertekenen vooraleer ik volgens hun recht had op een leefloon, wat het vonnis niet vermelde, verschillende wetgevingen werden hier overtreden. Bijlage 33: Contract voor maatschappelijke integratie en GPMI contract details. Ik ga hierover niet diep op in, maar een paar punten van schending geef ik toch:

 

1) Voor het verkrijgen van een leefloon vermeld GPMI op de 1e pagina, ik citeer: “Je hebt een domicilieadres”, einde citaat, wat een grove overtreding van de wetgeving is. Doc. 8.1 Gids voor daklozen. Een brochure uitgegeven door de Belgische Overheid zegt bij regel 3: Dat elke dakloze recht heeft op een leefloon.

 

2) Ik werd ook door het integratiecontract en het GPMI verplicht om heel mijn medisch en gerechtelijk dossier te overhandigen om recht te hebben om een leefloon. Bij de huisarts vroeg ik om mijn medisch dossier af te printen, uiteraard vroeg hij waarom ik dit nodig had, als ik hem informeerde dat het voor het OCMW was, werd hij kwaad en wilde dit niet geven omwille van het medisch geheim. Na een hele discussie heeft hij met tegenzin toegestemd. Mijn huisdokter heeft zeker een punt, het is een schending op het medisch geheim.

 

Ondanks het feit dat de twee vonnissen bijlage 30 en bijlage 31, uitsprak dat het om een “niet terug vorderbaar leefloon” ging, verplichtte het OCMW mij een schrijven naar het ziekenfonds te onder tekenen, waar zij het gerechtelijk vastgestelde “niet terug vorderbaar leefloon”, bestempelde als “voorschot” en alsnog terug vorderde. Toen ik mijn raadsman hieromtrent contacteerde, met de bewoording, dat ik hiermee niet akkoord ging, met zowel contract voor maatschappelijke integratie en GPMI contract details alsook het opgesteld schrijven van OCMW naar het ziekenfonds, antwoorde hij dat ik mild moest zijn voor het OCMW, omdat zij niet de gewoonte hadden een rechtszaak te verliezen en met alles moest akkoord gaan wat zij mij oplegde. Bijlage 34: Opgesteld schrijven van OCMW naar het ziekenfonds. Het OCMW bewijst dat staatinstanties de wet van de scheiding der machten en een vonnis, alsook de wetgeving, gebruiken als wc papier.

 

Als ik de maatschappelijk werkster na het vonnis vroeg, met kennis dat ik ver onder het bestaansminimum moest leven, of ik eten van de voedselbank kreeg, omdat dit bedrag alleen genoeg was om de huur te betalen, antwoorde deze zonder schaamte: Het is ofwel het leefloon van: 742,16€, ofwel dit bedrag aan eten, dus moest ik kiezen tussen eten of een dak boven mijn hoofd! Welke alleenstaande eet voor 742,16€ op per maand?

 

Schending van de rechten van de mens: Worden mijn rechten van de mens geschonden in alle bovenstaande feiten? Van zowel de ambtshalve schrapping alsook het OCMW dat mijn niet terug vorderbaar leefloon terug vordert, zijn een schending van rechten. Hiervan heb ik gerechtelijk bewijs: Het vonnis tegen het OCMW, bijlage 30, eerste vonnis OCMW, pagina 6, derde regel, meldt en ik citeer: “Opnieuw werden de rechten van verdediging geschonden”. Het frappante is dat deze rechtbank tegen het OCMW hiervoor het OCMW niet veroordeeld, maar hiervan wel melding maakt!

 

Foto illustratie hiernaast: Facebook gemeente Mol / Wim Caeyers destijds de Voorzitter OCMW en nu de nieuwe burgemeester Mol, met de melding: “Plezantste gemeente”. Beste Wim, plezant is iets anders.

Sociale woning: Wanneer men als rechthebbende, 4 jaar is ingeschreven voor een sociale woning, en deze nog niet is toegekend heeft men recht op een huursubsidie. Na 4 jaar ingeschreven te zijn kreeg ik een aangetekend schrijven op 5 juli 2018 dat meldt dat ik voldoe aan de belangrijkste voorwaarden om een huurpremie te ontvangen. Met een bijgaand invulformulier moest ik de voorwaarden voldoen. Bijlage 35: Schrijven van Wonen Vlaanderen.

 

Het antwoord op mijn bijgaand invulformulier is tegenstrijdig, ten opzichte van hun eerste schrijven. Hier haalt men aan: Als men een pand huurt boven de 600€, men geen recht heeft op een huursubsidie. Met een huishuur onder dit bedrag, wat men zelden tegenkomt op de privé markt, heeft men geen nood aan een sociale woning. Bijlage 36: Tweede schrijven van Wonen Vlaanderen.

 

Ons beleid staat ver van het burgerleed, en hun relaas op nationaal en internationaal vlak staat haaks tegenover de realiteit. Voorbeeld: Tijdens VTM nieuws op 06/01/2020, aangaande zwarte lijsten voor huurders en verhuurders, meldde Matthias Diependaele (NVA), ik citeer: (vraag van de reporter): “Liggen voor sommige mensen de huurprijzen niet te hoog”? (antwoord minister): “Voor mensen met een lager inkomen hebben we andere systemen, zowel op de private markt, de huursubsidies, huurpremies en sociale verhuurkantoren, daarnaast het wel bekende systeem van sociale woningen” einde citaat. HET KLOPT NIET! Ik ben meer dan vijf jaar ingeschreven voor een sociale woning, zonder resultaat, recht op huursubsidie maar niet in aanmerking komen door een te hoge huishuur. Dus Minister Matthias Diependaele U kraamt maar wat uit uw nek, het systeem werkt niet! Er staan 150.000 mensen in Vlaanderen op een wachtlijst om een sociale woning, waar geen sociale woningen voor zijn. En van alle wachtende zijn er maar 15.000 die genieten van een huurpremie.

 

Hilarisch is dat Matthias Diependaele (NVA) aangaande de Pano reportage en de tekorten aangaande de sociale huurwoningen en huurpremies het volgende verklaart: “We vermoeden onder andere dat mensen die een brief over de steun krijgen denken dat het een factuur is en die weggooien. Zowel huurders als verhuurders zijn niet voldoende op de hoogte van de mogelijke steunmaatregelen van de Vlaamse Overheid voor huurders met een laag inkomen. De Vlaams minister wil daarom in overleg gaan met immokantoren zodat het systeem van huursubsidies en -premies beter wordt benut. "Mensen kunnen zelf beroep doen op die premie, maar dat gebeurt te weinig". Dit is ver van de realiteit staan, de werkelijkheid is anders, de meerderheid van huurpremies wordt geweigerd.

 

Aangetekend schrijven naar de politiek: Ik heb een zo volledig mogelijk dossier aangetekend verstuurd, naar:

 

CD&V:
Kris Peeters, Koen Geens, Wouter Beke, bijlage 37.

SP-A (Vooruit):
Caroline Gennez, John Crombez, Bruno Tobback, bijlage 38.

Open-VLD:
Alexander De Croo, Gwendolyn Rutten, Maggie De Block, bijlage 39.

 

Asociaal zoals onze politieke leiders zijn, vonden zij het zelfs niet nodig om te antwoorden, dit bewijst welke interesse zij tonen in burgenrechten van hun eigen volk die "onterecht" uit het bevolkingsregister geschrapt wordt. Tevens zat bij dit schrijven als bijlage het bewijs dat de zwartwerker die tewerk gesteld was bij de aannemer, hij met belastingfraude en paspoortfraude het café recht over mijn deur had overgenomen, om dagelijkse pesterijen aan mijn adres te kunnen uitvoeren, hierboven beschreven bij thema: Politiek kapot pesten van een zaak en Bijlage 1: Het statuut goedgekeurd door de rechtbank van koophandel, verschenen in het staatsblad.

 

John Crombez vond het zelfs niet nodig om het aangeboden aangetekend schrijven op zijn privé adres aan te nemen, wat ik naderhand terug kreeg, bijlage 40.

 

Koen Geens gaf een bureaucratisch antwoord, verwijzend naar de scheiding der machten, niettegenstaande dat mijn dossier meer aantoont dan de scheiding der machten en ik geen tussenkomst vroeg aangaande de toegevoegde rechtszaken. Bijlage 41: Antwoord Koen Geens. Ook vindt hij het niet nodig om in de regering de nodige veranderingen aan te kaarten zodat dit politiek onrecht niet meer kan gebeuren.

 

Hun gebrek aan verantwoordelijkheid en enige daadkracht in dit thema, bewijst het dat zij politieke partijen zijn die een onderdrukkend beleid handhaven en mensenrechten negligeren.

 

Als U de inleiding hebt gelezen, dan hebt U ook weet dat de nationale kopstukken van het Vlaams Belang op de hoogte zijn gebracht, maar niet reageren, hun slogans: "Eerst onze mensen" en "Eigen volk eerst", toont het politiek theater aan. Men heeft maar twee soorten politieke partijen, Zij die opkomen voor allochtonen en zij die er tegen zijn, maar geen van deze partijen komen op voor hun “eigen” volk.

 

Vlaams Belang:

Tom Van Grieken, Filip Dewinter, Chris Janssens, Dries Van Langenhove.

 

Er zijn in totaal vier pogingen ondernomen om de Vlaams Belang boegbeelden te contacteren, de eerste poging is mei 2019, de laatste poging zijn de mails verstuurd op 02/02/2021, naar boven vermelde namen, als U op hun naam klikt kan U de persoonlijke mails lezen. 

 

Hun afwezigheid en enige verantwoordelijkheid in dit thema,

is een oppositie zonder daadkracht!

 

Ook N-VA laat heel het onrecht koud. Door de nalatigheid van burgemeester: Paul Rotthier, die in zijn schrijven bijlage 13, waar hij met veel pretentie zegt, ik een aanklacht kan neerleggen bij Binnenlandse Zaken, zonder het adres te vermelden van deze instantie. Dus schreef ik rechtstreeks naar Jan Jambon, toenmalig minister van Binnenlandse Zaken die mijn dossier doorstuurde naar de voorbestemde dienst.

 

Men zou denken, dat Jan Jambon dit ook ten harte zou nemen en aan het parlement zou voorleggen, zodat politici de wet niet meer met voeten treden en dit onrecht zich niet meer herhaald. Neen! Dat wordt in de politiek niet gedaan, men beschermt enkel hun eigen entourages en medepartijen.

 

Gelijk welke politieke partij, heeft hun menselijk moraal en gevoel verloren, noch tonen zij enig empathie. Zolang de politici geen directe last heeft van de burgerproblemen, dit wil zeggen, geen gezichtsverlies leidt zal er niet ingegrepen worden. Menslievendheid en hun veel besproken rechten van de mens zijn onze ministers enkel en alleen voor het oog van het buitenland. Tevens maken deze aangeschreven parlementairen zich medeplichtig tot boven beschreven feiten en hun stilzwijgen is een samenspanning van ambtenaren.

 

De politiek zegt: “Wij onderhandelen niet met terroristen”, terwijl de moeder van de Antwerpse IS strijder Abdellah Nouamane voor het parlement mocht pleiten voor haar zoon, die het hele land bedreigde toen hij in Syrië streed. Ook beweerd Abdellah Nouamane op het VTM nieuws van: 03/12/2019 dat hij nog een geldig Belgisch paspoort bezit, dus hij wordt niet ambtswege geschrapt terwijl de politiek mij volledig negeert, waaruit ik moet concluderen: Dat ik gevaarlijker ben dan een terrorist!

 

Of men het nu sarcasme kan noemen of niet, maar op 10 augustus 2020, meldde het nieuws (HLN) en ik citeer: "Van een vrouw die België wou bombarderen tot een sjoemelende Tsjetsjeen: weer elf Syriëstrijders van hun nationaliteit beroofd". Einde citaat. Ook één van de gelukkigen bij het elftal was: Abdellah Nouamane! Hoe vernoemt het als een modale Vlaming die ambtswege afgevoerd wordt omdat hij/zij geen adres vindt in België of naar het buitenland verhuist? Ja U leest het goed, als U naar het buitenland verhuist wordt ook  U uw nationaliteit ontnomen (Model 8), binnen de week zelfs! Terwijl Abdellah Nouamane al van 2013 of vroeger vertrokken is naar Syrië. Ik bekijk het als sarcasme. Als een Vlaming uit het bevolking geschrapt wordt, noemt men het “ontnomen”, bij een terrorist noemt men het “beroofd”!

Doc. 1.5 Model 8;

Doc. 1.6 Vestiging van gewone verblijfplaats in het buitenland;

Doc. 1.3 De afvoering uit de bevolkingsregisters;

Frappant: Voor een modale Vlaming beslist 1 gemeente ambtenaar binnen minuten over een ambtswege afvoering, voor terroristen heeft een hele regering jaren nodig om deze wetgeving uit te voeren, als ik sarcastisch mag zijn: Men kan een terrorist toch niet discrimineren door hun uit het bevolkingsregister te schrappen, terroristen hebben rechten, de modale burger blijkbaar niet! De wet is anders heel simpel hierin, ook voor de terroristen

Doc. 1.7 Wat is een afvoering van ambtswege?

 

Beste Gwendolyn Rutten: U betaald in uw gemeente Aarschot, waar U ook burgemeester bent, 1,65 miljoen euro aan iemand die niet in uw gemeente woont, omdat hij bepaalde wandelpaden niet meer kan bewandelen zonder dat hij hiervan enige schade noch leed ondervindt.

 

In welke financiële hoedanigheid klasseert U mij? Gezien het menselijk leed, de schade en de blijvende nadelige gevolgen, louter door politiek onrecht, zeer omvangrijk zijn! Bijlage A: Artikel HLN+ aangaande deze uitbetaling van Gwendolyn Rutten.

 

Hoe wordt corruptie beloond in België?: Ondanks dat sommige parlementairen op de hoogte waren van de corruptie van burgemeester: Paul Rotthier, die naar raming een 30 tal Molse inwoners per jaar onterecht uit het bevolkingsregister liet afvoeren uit het bevolkingsregister, dit drie ambtstermijnen lang, heeft hij met zijn in pensioenstelling de ere tittel gekregen van het parlement als ere burgemeester. Een eigen geschreven verklaring moest aantonen hoe goed hij zijn job had uitgevoerd, en liet dit ondertekenen door: Servais Verherstraeten, die eveneens op de hoogte was van dit onrecht.

 

“Illegale Vlamingen” feliciteert Paul Rotthiers met zijn ere titel. Sarcastisch bedoeld Paul! De intrekking van deze eretitel zou hier zeker terecht zijn.

 

Hoger beroep tegen het RIZIV: Hoger beroep was van mening dat er voldoende medische aanwijzingen waren om een deskundige aan te stellen. Iets waarbij de pro-deo in eerste aanleg faalde. Tevens was in eerste aanleg de huidige wetgeving nog niet van kracht, en heeft Maggie De Bock inmiddels de illusie gecreëerd van aangepaste jobs, die eigenlijk niet bestaan!

 

Alsook bevestigt het hoger beroep in hun vonnis dat er meerdere controles door het RIZIV zijn uitgevoerd waar ik telkens +66% bevonden ben. Bijlage 42, eerste vonnis hoger beroep.

 

Ondertussen waren er meerdere ziektes vastgesteld. Toen ik in 2012 op invaliditeit werd gesteld had ik een medisch dossier van 19 Blz., inmiddels is dit aangedikt tot meer dan 70 blz.

Een arts werd door mijn advocaat aangesteld om mij te verdedigen bij de gerechtelijke deskundige. Deze zag genoeg argumenten om dit dossier te verdedigen. Een gerechtelijke deskundige kan men vergelijken met de rechter in een rechtszaak. De artsen die de beide partijen verdedigen zijn gelijkgestelden aan de advocaten die het dossier verdedigen. Gelet: De artsen die ter verdediging staan bij de gerechtelijke deskundige zijn geen artsen die een functie uitoefenen als huisarts of specialist in een ziekenhuis.

 

Om een stelsel van invaliditeit te verkrijgen moet er +66% (meer dan 66%) aan ziektes zijn vastgesteld. In mijn medisch dossier is er een totaal van meer dan 88% vastgesteld door verschillende specialisten, vóór de aanvang van de gerechtelijke procedures, een opsomming:

 

- Fibromyalgie, is vastgesteld door twee verschillende specialisten voor “meer” dan 33% werk onbekwaam voor rug belastend werk (fibromyalgie zijn chronische pijnen over gans het lichaam, niet enkel de rug);

 

- Voor beperkte orthopedische afwijkingen schouder (SIG) kan er een invaliditeit weerhouden worden van 10%;

 

- Ziekte van ménière 20%;

 

- 25% kan weerhouden worden volgens art 378, matige chronische bronchitis.

 

Wegens medisch geheim, kan ik geen dossiers vrijgeven.

 

Gerechtelijke deskundige: De arts die mij verdedigde kwam op de dag van de zitting meer dan 35 minuten te laat, de zitting duurde 40 minuten. Mijn verdediging was amper 5 minuten aanwezig toen de zitting afgesloten werd. Toch schrijft de gerechtelijke deskundige in haar verslag dat alle partijen aanwezig waren, inclusief de arts die mij verdedigde. Bijlage 43, de mail van de arts ter verdediging, bevestigt dat hij te laat was.

 

Tijdens de zitting bij de gerechtelijke deskundige (waar ik zonder verdediging was) vroeg de gerechtelijke deskundige aan de arts van het RIZIV of hij kennis had van mijn dossier, waar de arts van het RIZIV op antwoordde: “dat hij het dossier niet gekregen had, noch kennis had van de medische feiten”. Hij ging verder en zei, ik citeer: “U zal wel ongetwijfeld de media volgen, en het is niet meer de bedoeling dat we U gaan uit betalen tot aan uw pensioen”, einde citaat. Hoe kan een arts zonder kennis van de medische aandoeningen dergelijke uitspraak doen? De gerechtelijke deskundige ging akkoord met deze doelstelling.

 

Er werd een psychiater aangesteld door mijn verdedigende arts in de (laatste) 2 minuten van zijn aanwezigheid, en werd door de arts van het RIZIV bekrachtigd. Enkel de gerechtelijke deskundige was tegen deze aanstelling, bevestiging mail (bijlage 43).

 

In het verslag van de gerechtelijke deskundige wordt elke ziekte verbloemd, zelfs niet vermeld, er wordt door de gerechtelijke deskundige een invaliditeit vastgesteld van 33%, in bijlage vindt U de bevestiging van ziekenfonds, dat ik voor 100% erkend was. Bijlage 44: Attest 100% erkenning invaliditeit De Voorzorg en het attest CM arbeidsongeschiktheid + 66%.

 

De arts ter verdediging was niet enkel te laat op de zitting bij de gerechtelijke deskundige, maar was ook te laat om zijn tegenverslag in te dienen, in bijlage 45, zijn mail waarin hij bevestigt dat er voldoende argumenten aanwezig waren maar nog te typen, waardoor uitstel gevraagd werd aan de deskundige welke geweigerd werd. Tegenstrijdig gaat hij verder in deze mail en ik citeer: “Ik zie werkelijk geen mogelijkheid om het voorliggende besluit gewijzigd te krijgen, we hebben dan immers doorslaggevende argumenten nodig… en die hebben we niet. Ik stel voor om de handdoek in de ring te gooien”. Ik kreeg wel de rekening op tijd ingediend maar geen verdediging.

 

Gerechtelijke psychiater: Deze stelde geen psychische aandoeningen vast, terwijl in het medisch dossier 4 verwijzingen zitten van psychische aandoeningen:

 

- Huisdokter: Verklaart dat ik stemmingsstoornissen heb (te wijten aan de pesterijen);

 

- Hevige hoofdpijnen te wijten aan een depressie, waarvoor antidepressiva;

 

- Verslag van het ziekenhuis, dat verklaart dat ik bij hartproblemen het ziekenhuis verlaat tegen de raad in van de arts, wat op zelfmoordneigingen aanwijst, bijlage 46.

 

- Schrijven van OCMW wat verklaart dat mijn integratiecontract wordt ingetrokken, omdat ik het geloof in de maatschappij verloren heb. Bijlage 47.

Deze gerechtelijke psychiater liet zelfs, iets minder subtiel dan de gerechtelijke deskundige, moedwillig medische stukken uit zijn verslag. De verklaringen opgesteld door de verschillende artsen en het OCMW (hierboven vermeld) hebben op regelmatige basis persoonlijk contact met mij. Een Psychiater, kan in één consultatie van 45 minuten, dergelijke vaststellingen niet concluderen.

 

Ontslag van mijn advocaat: Volgens mijn raadsvrouw zouden we niets meer tegen deze verslagen kunnen inbrengen. Na informatie bij een andere raadsman, kreeg ik het tegengestelde te horen, een andere arts zou in een tegenverslag alle argumenten in acht nemen.

 

Nieuwe arts: Volgens de nieuwe arts waren er meer dan voldoende argumenten om in te brengen wat hij ook telefonisch aan mijn nieuwe advocaat bevestigde maar er was volgens hem een tijdsgebrek voor de onderzoeken en het dossier af te handelen.

 

Na verschillende telefoons van mijn raadsman en mijzelf moesten we weer concluderen dat het verslag te laat was voor het pleidooi, waardoor de raadsman genoodzaakt was de boeken neer te leggen ondanks dat er voldoende argumenten aanwezig zijn.

 

Hof van hoger beroep: Eind mei 2019 zijn de boeken neergelegd. Einde augustus 2019, zonder dat één van de partijen een verlenging had aangevraagd, beslist het Hof van hoger beroep om de conclusie termijnen voor twee maanden te verlengen. Toen ik dit aankaartte op de zittingsdag, ontkende het hoger beroep dit, het was de raadsman van het RIZIV die mijn argumentatie bevestigde.

 

Ik heb dan zelf de verdediging opgenomen en mijn eigen pleidooi geschreven omdat ik geen advocaat meer had. Toen ik meldde dat ik, door wetsartikel C47, nergens aan de slag kon beweerde het Hof dit artikel C47 niet te kennen. Ik informeerde de rechters wanneer men “aangepaste jobs” bij google ingeeft men rechtstreeks bij dit artikel uitkomt. Mijn pleidooi in bijlage 48.

 

Het Hof paste hun vonnis aan omdat ze geen argumenten konden inbrengen op artikel C47, en hun uitspraak was dat ik dan maar terug zelfstandig moest worden. Alsof dit zo maar in één vingerknip uit te voeren is. Een zelfstandig beroep vraagt enorme investeringen waarvoor geen enkele bank garant staat wanneer men zelf geen inbreng en inkomen heeft. Tevens kan men niemand verplichten om terug zelfstandig te worden aangezien mijn hierboven vermelde zaak politiek kapot gepest is. Volgens het hoger beroep kan ik enkel een job uitvoeren als een helper. Bijlage 49, vonnis hoger beroep. Het hoger beroep veroordeelt mij door deze uitspraak in de blijvende armoede omdat ik, als helper, geen volwaardige job kan uitoefenen.

 

Ook werd ik 100% gezond verklaard, terwijl mijn medisch dossier 88% invaliditeit vermeld. Tevens heeft het hoger beroep, omdat ik in mijn pleidooi aanhaal dat ik mijn invaliditeit verloren ben door de onterechte ambtswege schrapping, zich uitgesproken zonder het bewijsmateriaal in te kijken terwijl het dossier het tegengestelde uitwijst. Volgens het vonnis kan cassatie aangetekend worden.

 

Cassatie: Cassatie kan ik vrij kort houden, bijlage 50, vindt U de conclusie van de advocaat aangesteld door cassatie om in te kijken of mijn zaak bepleit kan worden. Hij concludeert dat cassatie geen uitspraak kan doen over de opgestelde percentages vastgesteld bij het hoger beroep. Waarom kan men cassatie aantekenen in een rechtszaak gaande over percentages, als men dit hier niet kan bepleiten? Bijlage 51, hof van cassatie.

 

VDAB: Direct na het vonnis van het RIZIV ging ik mij aanmelden bij de VDAB, daar werd ik doorverwezen naar het GTB (Gespecialiseerd Team Bemiddeling), zij trachten mensen met een langdurige ziekte aan een job te helpen. Na 6 maanden intens solliciteren, zonder resultaat, werd ik door het GTB doorverwezen naar de artsen van de VDAB, om inkijk te hebben op de mogelijkheid van de uitvoerbare beroepen.

 

Consultaties bij 2 verschillende VDAB artsen, in een tijdsduur van 4 dagen van telkens 2 uur was hun conclusie: “ik was zeer beperkt in werk”, met de wet op schending van het medisch geheim kunnen de verslagen niet vrij gegeven worden. Door de artsen werd ik doorverwezen naar het GOB (Gespecialiseerde Opleidings- en Begeleidingsdiensten), tevens werd ik als VOP (Vlaamse ondersteuningspremie voor de werkgever) erkend

 

Inhoudelijk betekent dit voor mij: Dat ik belangloos en onbezoldigd, stages van één maand per werkgever uitoefen. Met deze stages hoopt men dat een werknemer mij zal aanwerven, maar de artsen en coachen achten de kans klein.

 

Conclusie: De verslagen van de beide artsen van de VDAB weerleggen het vonnis van het RIZIV, hierboven beschreven Hoger beroep tegen het RIZIV.

 

De aangepaste jobs voor langdurige zieken, in leven geroepen door Maggie De Block, heb ik zowel bij het GTB en GOB opgevraagd, geen van beiden wisten van het bestaan van deze aanpassingen of lijsten, bijlage 52 en bijlage 53.

 

Nota: Zoals gezegd ik ben op 9 maart 2020 bij de VDAB terecht gekomen, hun moto bij het vinden van werk bij mensen voor langdurige zieken was: “We gaan ons concentreren op wat je nog kan, en niet concentreren op wat je niet meer kan”. Een goede originele denkwijze en strategie! Blijkbaar is Hilde Crevits Vlaams minister van werk, op cursus geweest bij de VDAB, want op 13 februari 2021 kwam zij op VTM nieuws met haar nieuwe strategie om langdurige zieken weer aan het werk te krijgen met het motto: “De focus verschuiven op wat ze nog kunnen, in plaats van wat ze niet meer kunnen”. Heel origineel Hilde, maar kan jij ook zeggen wat langdurige zieken nog kunnen? Aangezien de aangepaste jobs voor langdurige zieken, in leven geroepen door Maggie De Block ook niet bestaan!

De waanzin van het OCMW: En waanzinnig is het! Er komen in een tijdspanne van 7 maanden (januari 2021 tot 5 augustus 2021) een totaal van 14 beslissingen (aanvallen) van het OCMW naar mijn persoon. Het wansmakelijke van deze aanvallen is niet alleen een poging om mij in totale armoede te laten belanden, maar ook om mij terug dakloos te krijgen.

 

Het tart niet alleen iedere verbeelding, de wetgevingen die men overtreedt en het machtsmisbruik om hun doel te bereiken zijn buitensporig, alsook spreekt het OCMW zichzelf tegen. Zelfs deinzen ze niet terug om de rechtstaat en het oordeel te onderdrukken. Door deze apathische daden kan men niet meer ontkennen dat men mij “niet” viseert.

 

Nota: Zoals hierboven reeds beschreven bij het thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren, op samenspanning van ambtenaren staan zware gevangenisstraffen.

 

1ste aangetekende beslissing OCMW genomen op 7 januari 2021 bijlage 54.

 

Wat zegt in het kort: "Na herberekening van het leefloon naar aanleiding van diverse inkomsten heeft U voor de periode van 1 jan. 2020 tot en met 30 nov. 2020, 6580,00€ teveel leefloon ontvangen. Voor deze periode is er recht op 2053,45€ leefloon en U hebt 8633,45€ leefloon ontvangen.".

 

Nota: Een normale procedure bij een beslissing is dat men de persoon uitnodigt bij de raad van het OCMW, zodat deze persoon zich kan verdedigen, dit is niet gebeurt, dus kan deze beslissing gerechtelijk nietig verklaart worden.

 

Kort woordje uitleg betreffende (de zogezegde) diverse inkomsten en het leefloon onder het bestaansminimum. Het leefloon bestaande onder het bestaansminimum is door het OCMW leugenachtig gerechtelijk afgedwongen, beschreven hierboven onder het thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren. Zij beweerden tijdens deze rechtszaak, zonder bewijsmateriaal, dat ik over voldoende gelden zou beschikken, wat zeker niet het geval is.

 

Diverse inkomsten betekent inkomsten uit verschillende bronnen, terwijl het enkel over de leningen van mijn moeder gaat om schulden te voorkomen, noch dat dit giften zijn doordat ik reeds bewezen heb door eerdere terugbetalingen. Het OCMW heeft van bij de aanvang van de aanvraag op leefloon weet van deze leningen beschreven in de pv opgesteld op datum van: 03/02/2015 bijlage 15.

 

Gelet een volwaardig leefloon voor een alleenstaande bedraagt: 958,91 euro, ik krijg een leefloon van: 789,01€, voor het jaar 2020 . Mijn huishuur bedraagt: 681,62€ (tot op heden). Na het betalen van de huishuur rest er 107,39€ om de vaste kosten te betalen, wat zeker niet toereikend is voor alle vaste kosten.

 

Tevens meldt hun aangetekend schrijven dat ze elke maand mijn leefloon berekenen op het geleende bedrag van mijn moeder, wat niet strookt met de berekeningen van het OCMW.

 

Effectief voorbeeld van berekening van het OCMW:

 

Vanaf januari 2021 zou ik volgens hun beslissing een leefloon krijgen van 831,44€. Voor de maand januari leent mijn moeder 720€, ik krijg voor de maand januari een leefloon van 103,38€. Rekenen is blijkbaar niet hun sterkste kant, want dit is een tekort van 8,06€. Verdere berekeningen zijn niet nodig want er strookt geen enkel maand met de werkelijkheid.

 

Gelet op Art. 22. § 1. Van de OCMW-wet (RMI):

“Bij het berekenen van de bestaansmiddelen wordt geen rekening gehouden met: De niet- regelmatige giften afkomstig van om het even welke instelling of van personen die niet met de betrokkene samenwonen en jegens hen niet tot de onderhoudsplicht gehouden zijn.”.

 

Tevens gelet op artikel 1 OCMW-wet (RMI):

“Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er worden openbare centra voor maatschappelijk welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren.”.

 

Ik ga niet elke wet opsommen die het OCMW overtreed, dit zou blz. in beslag nemen.

 

Met voorbedachte raden vraag ik op 18 januari 2021 budgetbeheer aan, welke zij in feite niet kunnen weigeren, bijlage 56.0. Ik heb hun aangetekend schrijven beantwoord op datum van 23/01/2021 per mail, met de mededeling dat ik niet akkoord ga en gerechtelijke stappen onderneem, bijlage 56, zoals de RMI art. 25§1 (OCMW-wet) dit voorschrijft, hieronder beschreven.

 

In diezelfde mail vraag ik, niettegenstaande mijn diploma bedrijfsbeheer en geld kan beheren, met voorbedachte rade budgetbeheer aan. Omdat ook zij de wetgeving van budgetbeheer niet kunnen garanderen met een leefloon bestaande onder een bestaansminimum, zoals de wetgeving dit voorschrijft, welke zegt dat zij geen schulden mogen maken, zelfs moeten sparen.

 

Ik kreeg wel volgende mail op 26 januari 2021, bijlage 57, welke mij informeerde dat “mijn verhaal” (frappante uitdrukking) zou voorgelegd worden tijdens de raad op 18 februari 2021. Maar ik word weer niet uitgenodigd op mijn verdediging welke wettelijk verplicht is. Tevens zegt de OCMW wet dat als ik niet akkoord ga met een beslissing dat zij hun beslissing moeten herzien, welke niet gebeurt.

 

RMI Art. 25 § 1.(OCMW wet):

Wanneer de beslissing de genoemde vermeldingen niet bevat, gaat de in artikel 47, § 1, tweede lid, bedoelde termijn om een beroep in te stellen niet in. Het centrum kan zijn beslissing tot terugvordering eerst ten uitvoer leggen na verloop van één maand. Indien de betrokkene binnen deze tijd verzoekt van de terugvordering af te zien, kan het centrum niet optreden dan na zijn beslissing te hebben bevestigd door een nieuwe beslissing die bij aangetekend schrijven aan de betrokkene wordt meegedeeld.

 

Alsook is hun beslissing nietig, om de eenvoudige reden zij de wetgevingen van hoorrecht overtreden, welke zeggen: 

 

Artikel 20 van de wet van 26 mei 2002:

De procedurele waarborgen bestemd voor de OCMW-cliënten: 7) Tijdens het sociaal onderzoek moet het OCMW de betrokkene laten weten dat hij het recht heeft om gehoord te worden voordat een beslissing wordt genomen over de toekenning, de weigering of de herziening van een leefloon, van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie of van een maatschappelijke integratie via tewerkstelling. Dit recht om gehoord te worden geldt eveneens wanneer het OCMW een beslissing neemt over het opleggen van een sanctie tegenover de betrokkene of de terugvordering bij de betrokkene die het leefloon heeft ontvangen. Het OCMW zal eveneens het feit moeten vermelden dat de betrokkene de mogelijkheid heeft om zich te laten bijstaan of vertegenwoordiger tijdens het verhoor door een persoon van zijn keuze.

 

Art. 7. van het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002

De aanvrager moet tijdens het onderzoek schriftelijk worden ingelicht over de mogelijkheid die hij heeft gehoord te worden vooraleer de beslissing ten zijnen opzichte genomen wordt. De informatie over het recht om gehoord te worden zoals voorzien in artikel 20 van de wet moet uitdrukkelijk en in een begrijpelijke taal geschieden. De mededeling vermeldt uitdrukkelijk de mogelijkheid voor de aanvrager om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze tijdens zijn hoorzitting. Indien de aanvrager schriftelijk de wil uitdrukt om gehoord te worden, deelt het centrum hem de plaats en het tijdstip mee waarop hij zal gehoord worden.

 

2de  Beslissing genomen op 18/02/2021 door het comité van het OCMW, bijlage 57.0:

Hier werd volgend beslist aangaande art 60, ik citeer: "De aanvraag budgetbeheer werd genoteerd. Het dossier zal ter screening worden voorgeld aan de juriste. Na een screeningsperiode van drie maanden zal het advies worden voorgelegd aan het sociaal comité.". Einde citaat. De OCMW wet zegt klaar en duidelijk dat er een beslissing moet genomen worden binnen 30 dagen, maar zij staan blijkbaar boven deze wetten. Naar mijn inziens willen zij deze beslissing pas nemen na de rechtszaak, om niet in blaam te geraken. Tevens in artikel 60 treedt het OCMW op als werkgever, met als doel de cliënten het vereiste aantal arbeidsdagen te laten presteren om in regel te komen met de sociale zekerheid en om de kansen op de reguliere arbeidsmarkt te verhogen, een bekende werkplaats hier is bv.: De Kringloopwinkel, enz.., en mag dit niet geweigerd worden!

 

Het frappantste is, dat het OCMW totaal geen antwoord geeft op mijn mail van 23/01/2021, zoals de RMI Art. 25 § 1 dit voorschrijft. en welke de mail van de maatschappelijk werkster, op datum van 26 januari 2021, bijlage 57, duidelijk zegt dat mijn verhaal zou voorgelegd worden.

 

Bekendmaking van deze website aan de betrokkenen:

Voor mij was de maat vol! Ik vond dat de tijd rijp was op 11/03/2021 dat alle vermelde politici weet hadden van deze website en mijn plannen om naar de pers te stappen, bijlage 58. Alsook dat zij zouden begrijpen waar hun fouten lagen, dat politici niet met verstand handelen, maar enkel met arrogantie, wat later blijkt met hun aangetekend antwoord op 04/05/2021, bijlage 59. Een normale reactie van hun zou zijn een wederzijdse verstandelijke confrontatie aan te gaan, maar elk antwoord bleef uit tot op heden. Omdat zij blijven aanvallen, blijft mijn beloofde melding aan de pers nog even uit, maar belofte maakt schuld! En ik ben een man van mijn woord

 

3de (beslissing) antwoord van het OCMW op 9 februari 2021, bijlage 60.

 

Hun eerste antwoord door de maatschappelijk werkster aangaande de aanvraag aangaande art. 60, welke niet mag geweigerd worden en juist in dit schrijven is hun uitdrukking waanzinnig, ik citeer: “Je volgde een ICF-traject waarin het advies werd gegeven voor niet betaald werk.”. 

 

Het ICF-traject is een (poging) traject bij de VDAB voor zieke mensen aan een job te helpen, welke jaren kan aanslepen en geen zekerheid op slagen. Wat reeds hierboven beschreven is onder het thema: VDAB. Ik ben ook verplicht elke sollicitatie te melden, art. 60 is/was ook een sollicitatie, de bediende was geschokt en bevestigde dat dit volgens de wet niet geweigerd mag worden.

 

Nota: De uitdrukking: "niet betalend werk" van het OCMW is met de haren getrokken, normaal krijgt men een werkloosheidsuitkering, maar door mijn zelfstandig statuut kom ik hiervoor niet in aanmerking. Hierboven reeds beschreven onder het thema: Iedere Belg heeft recht op zijn/haar inkomen.

 

Iedereen kent het motto of beter gezegd: De populistische uitspraak, van de federale regering: “Werken moet beloond worden.”. Mensen, dit zijn dezelfde partijen die "niet betalend werk" adviseren.

 

Volgende bestuursleden (politieke partijen) vertegenwoordigen de raad van het OCMW in Mol, door mijn bekendmaking van deze website, kreeg ik hun antwoord, bijlage 59, het ging dat ik ook hun foto's bij hun namen had gezet, maar U kan dit ook opzoeken op de officiële website:  “Samenstelling bijzonder comité sociale dienst Mol”:

 

Voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst (OCMW):

 Wendy Soeffers (N-VA).

 

Hoofddeskundige Sociale Dienst:

Rita Janssen.

 

Bestuursleden Bijzonder Comité Sociale Dienst (OCMW):

 Lutgart Bergmans (Memo);

Linda De Pooter (CD&V); 

Katrien Essers (CD&V); 

Nelly Eyckmans (N-VA); 

Stefaan Laurent (CD&V); 

Jean Paessens (Vlaams Belang); 

Mireille Van Dijk (SP-A / Vooruit);

Greet Van Tiggelen (N-VA).

 

Gelet op het Vlaams Belang lid (Jean Paessens) bij de Bestuursleden Bijzonder Comité Sociale Dienst van het OCMW (onder het motto: “Eigen volk eerst in de goot.”). Dit bewijst nog maar eens wat voor een partij het Vlaams Belang werkelijk is!

 

4de aangetekende beslissing OCMW genomen op 22 februari 2021 bijlage 61.

 

Aanmaning met een zogezegde openstaande rekening van 6.580,00€. Gelet op mijn antwoord op hun eerste aangetekend schrijven van 7 januari, waar ik duidelijk zeg dat ik gerechtelijke stappen onderneem, waar ik 3 maanden de tijd heb om deze in te dienen en waar ik hun waarschuw deze fout van aanmaning niet meer te maken, omdat ze vorige rechtszaak deze fout ook gemaakt hebben, een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, maar het OCMW blijkbaar wel.

 

Na dit aangetekend schrijven stuur ik op datum van 05/03/2021 mijn gerechtelijke conclusie op, naar het gerecht, bijlage 62.

 

Nota: Vooraleer ik mijn conclusie opstuurde, contacteerde ik de balie van het gerecht, met de vraag, of ik mijn conclusie zowel naar het OCMW als naar het gerecht moest opsturen, of enkel en alleen naar het gerecht. De balie antwoordde enkel naar het gerecht, en dat zij het na vier dagen na ontvangst verder naar het OCMW zouden versturen.

 

Een week later kreeg ik antwoord van het gerecht + datum van zitting, bijlage 63.

 

5de aangetekende beslissing OCMW genomen op 18 maart 2021 bijlage 64.

 

In deze beslissing neemt men een totaal van 5 beslissingen:

 

Gelet op mijn verklaringen bij hun eerste beslissing van 07/01/2021 (bijlage 56), deze verklaring geldt voor elk van de 5 beslissingen hieronder. Ook hier ben ik niet uitgenodigd op de raad om mij te verdedigen, dus kan ik deze beslissing gerechtelijk nietig verklaard worden.

 

- Beslissing 1 wat zegt in het kort: “Het leefloon wordt voor de periode van april 2016 tem december 2016 gedeeltelijk teruggevorderd omwille van ontvangen schenkingen van de moeder voor een totaal bedrag van 12.150,00€. De som van 12.150,00€ kan om deze redenen beschouwd worden als regelmatig gift. Het totaal verschuldigd bedrag van 5.429,63€ voor de periode van april 2016 tem december 2016 dient volledig terug betaald te worden.”.

 

Nota: Het OCMW vergeet een paar punten te melden aangaande de lening van 12.150,00€ voor heel deze periode:

 

1. Dat ik in die periode zowel een rechtszaak tegen OCMW alsook tegen het RIZIV uitvocht. Hierboven beschreven bij de thema’s: Het ontnemen van mijn invaliditeit en OCMW en samenspanning van ambtenaren.

 

2. Het OCMW heeft voor de periode van april 2016 tot en met december 2016, 0€ aan leefloon betaald, mijn moeder was genoodzaakt tot volledige onderhoudsplicht, gelet op de wetgeving hierboven reeds vermeld, Art. 22. § 1. Van de OCMW-wet (RMI). Het is pas op datum van 07/07/2017, na de veroordeling per vonnis, dat het OCMW met terugwerkende kracht voor deze periode een leefloon betaald heeft. 

 

3. Advocaten, gerechtelijke geneesheren, nog maar te zwijgen over de vaste kosten.

 

Deze beslissing gaat disproportioneel in tegen het vonnis, welke uitgesproken is voor deze periode in 2017, hierboven beschreven bij het thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren. Het OCMW verklaart met deze beslissing dit vonnis nietig.

 

- Beslissing 2 wat zegt in het kort: “Het leefloon wordt voor de periode van januari tem december 2017 gedeeltelijk teruggevorderd omwille van ontvangen schenkingen van de moeder voor een totaal bedrag van 9.245,00€ voor deze periode. Het totaal verschuldigde bedrag van 5.912,66€ dient volledig terug betaald te worden.”.

Nota: Het OCMW vergeet een paar punten te melden aangaande de lening van 9.245,00€ voor heel deze periode:

 

1. Dat ik in die periode zowel een rechtszaak tegen OCMW alsook tegen het RIZIV uitvocht. Hierboven beschreven bij de thema’s: Het ontnemen van mijn invaliditeit en OCMW en samenspanning van ambtenaren.

 

2. Het OCMW heeft voor de periode van januari 2017 tot en met juli 2017, 0€ aan leefloon betaald, mijn moeder was genoodzaakt tot volledige onderhoudsplicht, gelet op de wetgeving hierboven reeds vermeld, Art. 22. § 1. Van de OCMW-wet (RMI). Het is pas op datum van 07/07/2017, na de veroordeling per vonnis, dat het OCMW met terugwerkende kracht voor deze periode een leefloon betaald heeft. 

 

3. Advocaten, gerechtelijke geneesheren, nog maar te zwijgen over de vaste kosten.

 

4. Tevens maakt het OCMW geen melding in dit aangetekend schrijven, dat ik na het vonnis van 2017, waarin het OCMW wordt veroordeeld om het verschuldigde leefloon, van 1,5 jaar te betalen, welke na aftrek van de advocaat nog 6,000€ resteerde en ik op 12 juli 2017 aan mijn moeder dit resterende bedrag volledig heb terug betaald, welke bewijst dat het geen giften of inkomsten zijn, maar leningen.

 

Ook deze beslissing gaat disproportioneel in tegen het vonnis, welke uitgesproken is voor deze periode in 2017, hierboven beschreven bij het thema: OCMW en samenspanning van ambtenaren. Het OCMW verklaart met deze beslissing dit vonnis nietig. 

 

- Beslissing 3 wat zegt in het kort: “Het leefloon wordt voor de periode van januari 2018 tem december 2018 gedeeltelijk teruggevorderd omwille van ontvangen schenkingen van de moeder voor een totaal bedrag van 4.393,78€. Er zal eenmalig 4.288,46€ van U worden teruggevorderd.”.

 

- Beslissing 4 wat zegt in het kort: “Het leefloon wordt voor de periode van januari 2019 tot november 2019 gedeeltelijk teruggevorderd omwille van ontvangen schenkingen van de moeder voor een totaal bedrag van 5.185,00€. Het totaal verschuldigde bedrag van 3.459,32€ dient volledig terug betaald te worden.”.

 

- Beslissing 5 wat zegt in het kort: “Het leefloon van december 2020 wordt gedeeltelijk teruggevorderd omwille van ontvangen inkomsten uit schenkingen van de moeder namelijk 100,00€ voor de maand december 2020. Er zal eenmalig 100,00€ worden teruggevorderd.

 

Dus schrijf per mail weer dat ik niet akkoord ga bijlage 65, zoals de RMI art. 25§1 (OCMW-wet) dit voorschrijft, en weer houdt het OCMW zich niet aan deze wetgeving en begin ik voor dezelfde rechtszaak een tweede conclusie te schrijven, welke wordt verstuurd op 8 april 2021, bijlage 66.

 

Conclusie: Het OCMW vordert mij een totaal van 25.770,07€ terug, voor de voorbije 5 jaar. Iedere Belg heeft recht op zijn/haar inkomen en artikel 1 van de OCMW wet zegt: dat het OCMW een menswaardig bestaan moet verzekeren, deze wetgevingen zijn blijkbaar een illusie.

 

De zitting van het gerecht volgt na deze laatste beslissing. Men zou denken dat hun beslissingen hier ophouden, ze hebben zowat elk jaar teruggevorderd, behalve 2015. Maar niets is minder waar.

 

De rechtszaak: Op datum van 18/11/2021 is de zitting van de rechtszaak, de rechter (voorzitter van het gerecht) begon zelf, zonder dat beiden partijen iets konden zeggen, zij kruiste haar armen richtte zich naar de advocaat van het OCMW en zei, ik citeer: “Zo! Dit is een rechtszaak waar dat al over geoordeeld is.”. einde citaat.

 

Tijdens deze rechtszaak kwam ik te weten dat het OCMW mijn conclusies niet had aangekregen en de rechter dit ter plekke heeft rechtgezet.

 

Het OCMW beweerde dat ik verklaringen (ontvangstbewijzen) zou getekend hebben dat ik niet wilde gehoord te worden tijdens de raad waar ik, ter plaatse,  geen weet van had waarop de rechter een week later een nieuwe zitting toekende om enkel en alleen dit bewijsmateriaal te overhandigen.

 

Tevens stelde de rechter hoogst uitzonderlijk het openbaar ministerie aan om mijn uitgebreide conclusies in te korten, waar beide partijen moeten antwoorden of zij akkoord gaan of niet.

 

Wat het OCMW wel vergat te vermelden tijdens de tweede rechtszaak, is dat zij op deze zelfde dag weer een beslissing zouden nemen, waarop ik weerom niet word uitgenodigd. En zelfs na deze rechtszaak weet het OCMW van geen ophouden hun wansmakelijke pestende beslissingen.

 

Vervolg de waanzin van het OCMW: 

 

6de aangetekende beslissing OCMW genomen op 15 april 2021 bijlage 67.

 

Na drie maanden krijg ik een antwoord op de aanvraag aangaande budgetbeheer, welke wordt geweigerd. De OCMW wet is vrij duidelijk aangaande een beslissing, welke zegt dat elke aanvraag binnen de maand beslist moet worden. Maar wat zij verklaren tart elke verbeelding.

 

Of het OCMW hier humoristisch of gewoon sarcastisch is het is mij een raadsel? Ik citeer: “Na de screening door de jurist schuldbemiddeling blijkt dat er maandelijks onvoldoende financiële middelen zijn”. Einde citaat.

 

Eigenlijk zegt de jurist schuldbemiddeling met andere woorden, dat het leefloon onder een bestaansminimum afgedwongen met de rechtszaak 2017 onvoldoende is om de wetgeving van budgetbeheer te garanderen. Toch verplicht het OCMW mij om met minder leefloon rond te komen en zo mijn moeder verplicht om steeds meer te lenen zodat het OCMW minder of niets betaald.

 

Advies Openbaar Ministerie bijlage 68 op datum van 11/05/2021.

 

In het Kort: Elke beslissing van het OCMW werd nietig verklaard omdat ik niet uitgenodigd werd om mij te verdedigen bij de raad van het OCMW bij hun beslissingen, zoals de wet voorschrijft. Hun toegevoegde documenten (ontvangstbewijzen) werden ook niet aanvaard als wettelijk. Tevens beschreef het Openbaar Ministerie hoe het OCMW mij correct moest uitnodigen voor een raad, welke normaal gezien de raad van het OCMW zou moeten weten, het is hun job.

 

7de aangetekende beslissing OCMW genomen op 03 juni 2021 bijlage 69.

 

Welke zegt in het kort: Vanaf 01 mei 2021 heeft U recht op een leefloon van 131,44€… zij noemen dit een leefloon, ik noem het een aalmoes!

 

Een korte berekening van het leefloon gestort door het OCMW van 1 januari 2021 tot en met 20 juni 2021:

 

Bedrag:                                   Maand:                              Datum van storting:                          

103,38€                                      januari                                 04/02/2021

26.44 €                                      februari                               08/03/2021

0                                                 maart                                   /

21.44 €                                       april                                    03/05/2021

131.44 €                                      mei                                     03/06/2021

0                                                 juni                                      /                                                                                                                                                                                                                                 Totale bedrag tot en met 05/08/2021: 282,70€

Zij weigeren budgetbeheer omdat zij deze klus niet kunnen klaren met een budget onder een bestaansminimum van 789,01€, berekend op het leefloon van december 2020!!! De aalmoezen die het OCMW gedurende de laatste zes maanden stort is wel tegenstrijdig met hun beslissing van budgetbeheer. En de logica is ver zoek.

 

Gelet op de anonieme mail die ik heb aangekregen via Illegale Vlamingen die hierboven beschreven staat, welke het leefloon van vluchtelingen per maand berekend door het OCMW van Harelbeke, de meeste Vlamingen verdienen dit bedrag nog niet als zij voltijds gaan werken, Bijlage XX, foto bijlage van deze mail. Choquerend!!!

 

 

Het is voor het OCMW (de politiek) nog niet genoeg dat zij in hun beslissing van: 18 maart 2021 het vonnis van 2017 respectloos nietig willen verklaren, waar de rechter tijdens de rechtszaak het OCMW op hun vingers tikt. Nu nemen ze als recidivist een beslissing, zonder mij uit te nodigen, “tussen” het advies van het openbaar ministerie en “voordat” het vonnis is uitgesproken!!!  Wat minachtend is ten overstaan van het “komende” vonnis.

 

Tevens wordt het voorgeschreven advies van het openbaar ministerie in de wind geslagen, aangaande het hoorrecht welke zegt ik citeer: “Als voorbeeld kan een arrest van het arbeidshof van Luik, afdeling Namen van 28 maart 2006 (Soc. Kron. 2008,99) aangehaald worden waarin gesteld wordt dat de vermelding van het recht om gehoord te worden, onvoldoende is, wanneer deze vermelding voorkomt op het ontvangstbewijs dat bij aanvraag werd afgeleverd of op een standaardformulier, dat de aanvrager van het leefloon het recht heeft om te weten op welke datum die aanvraag wordt beoordeeld en dat hij daarenboven dient te beschikken over een nuttige termijn, lang genoeg om zijn verdediging op te bouwen en dat hij in de mogelijkheid moet worden gesteld om voorafgaandelijk zijn dossier te raadplegen.”. einde citaat. Ik ben benieuwd wat hierover de uitspraak zal zijn!

 

Eigen beslissing:

Na de beslissing van 03 juni 2021 neem ik een eigen beslissing. Van de VDAB mag ik niet ontkennen bij een sollicitatie dat ik ziek ben, maar na bijna 2 jaar als langdurige zieke vruchteloos werk te zoeken, hierboven beschreven bij het thema: VDAB, ben ik op 16 juni beginnen te solliciteren zonder hiervan melding te maken, en de tijdspanne dat ik niet gewerkt heb, ingevuld als werkende. Binnen de vijf dagen had ik werk gevonden.

 

Ik bracht het OCMW per mail op de hoogte, bijlage 70, dat ik op datum van 21 juni 2021 te werk gesteld ben, en dat na 20 juni 2021 ik mijn leefloon stopzet. Simpel zou je denken…

 

Toch niet… Hun antwoord is frappant, zij vragen nu per mail, bijlage 71, ik citeer: “Mag ik alsnog vragen om de loonfiche en rekeninguittreksels vanaf 21 juni te bezorgen. Vanaf deze datum dient het leefloon herzien te worden zodoende eventuele bijpassing leefloon te kunnen berekenen vanaf 21 juni 2021. Gelieve telkens op het einde van de maand de loonfiche(s) en rekeninguittreksels te blijven bezorgen om alsnog eventuele bijpassingen leefloon te kunnen berekenen per maand.”. einde citaat.

 

Ik heb hier niet meer op geantwoord, omdat ik van mening ben zij geen zaken meer hebben met mijn leven. 

 

De vraag rijst hier, zijn ze weer humoristisch, sarcastisch of gewoon waanzinnig? Als men in zes maanden een leefloon uitbetaald van: 282,70€, zou men nu met een voltijdse job aanpassingen (Correctie schrijffout citaat OCMW: bijpassingen) willen berekenen.

 

Tevens kan ik vanaf nu mijn moeder haar leningen terug betalen, in plaats dat het OCMW beslist dat mijn moeder steeds meer moet lenen. 

 

Het vonnis, bijlage 72, op datum van 24/06/2021: Het vonnis zegt, dat het OCMW voor heel het jaar (2021) een volwaardig leefloon moeten betalen, en dat elke beslissing nietig is verklaard.

 

Deze uitspraak is verpletterend voor het OCMW! Het moet wel vernederend zijn om te verliezen met advocaat terwijl ik mijzelf verdedigde (zonder advocaat).

 

Zowel het OCMW als ikzelf hebben 1 maand de tijd om tegen dit vonnis in het beroep te gaan, welke geen van beide partijen doen. Maar zij leven het vonnis ook niet na, en er wordt geen leefloon uitbetaald. Deze daad van het OCMW verplicht mij om weer naar het gerecht te gaan om het vonnis daadkracht te geven, en ik heb mij een advocaat onder de arm moeten nemen. 

8ste aangetekende beslissing OCMW genomen op 27 juli 2021 bijlage 73.

 

Mijn eerste officiële uitnodiging om bij de raad aanwezig te zijn krijg ik op 27 juli 2021! Deze uitnodiging staat vol met procedure fouten, desondanks de grondige uitleg van het Openbaar Ministerie, welke de voorwaarde zijn bij een uitnodiging. En door deze procedure fouten is alles wat in deze raad beslist wordt weerom nietig. 

 

Mijn antwoordt op 30 juli 2021, op de uitnodiging van mijn hoor recht, bijlage 74.

 

Het citaat van het openbaar ministerie: “Als voorbeeld kan een arrest van het arbeidshof van Luik, afdeling Namen van 28 maart 2006 (Soc. Kron. 2008,99) aangehaald worden waarin gesteld wordt dat de vermelding van het recht om gehoord te worden, onvoldoende is, wanneer deze vermelding voorkomt op het ontvangstbewijs dat bij aanvraag werd afgeleverd of op een standaardformulier, dat de aanvrager van het leefloon het recht heeft om te weten op welke datum die aanvraag wordt beoordeeld en dat hij daarenboven dient te beschikken over een nuttige termijn, lang genoeg om zijn verdediging op te bouwen en dat hij in de mogelijkheid moet worden gesteld om voorafgaandelijk zijn dossier te raadplegen.”. einde citaat.

 

Desondanks het OCMW geen hoger beroep aantekent tegen het vonnis van 24/06/2021, heb ik een advocaat aangesproken omdat er terug naar de rechtbank moet gegaan worden, om de beslissingen die na de uitspraak van het vonnis zijn genomen door het OCMW te verdedigen en omdat het OCMW het vonnis van 24/06/2021 niet naleeft en weigert het uitbetalen van het leefloon welke verplicht werd door het vonnis. Tevens ik heb geen tijd meer, sinds ik werk, om mijn eigen conclusie te schrijven, welk tijdrovend is.

 

Het hoorrecht bij de raad van het OCMW op datum van: 05/08/2021

 

2 uur voor de zitting nam mijn advocaat contact op met de OCMW juriste om de doelstellig van deze zitting te kennen. Het zou enkel handelen om de stopzetting van leefloon en de berekening van de maand juni (welke ik nog steeds niet heb gekregen).

 

Ondanks dat de juriste van het OCMW maar 2 punten aanhaalde, werd tijdens de zitting een derde punt aangehaald, betreffende de terugvordering van het leefloon van 131.44 € voor de maand mei, uitgeteld bij 7de aangetekende beslissing OCMW genomen op 03 juni 2021. Het totaal bedrag voor de periode januari tot 20 juni 2021 zou dan 151,26€ bedragen. Mijn advocaat nam direct de verdediging op en liet akte optekenen dat dit onderwerp niet mocht besproken worden, omdat het niet tevoren vermeld werd (vermeld op de PV bijlage 55).

 

De door het OCMW opgestelde PV over het hoorrecht bijlage 55, vermeldt de naam van het aanwezige Vlaams Belang lid: Leo Paessens, tijdens dit hoorrecht. Deze persoon heeft geen enkele reactie gegeven en is steeds akkoord gegaan met de uitspraken van het OCMW bestuur: Onder het motto eigen volk eerst in de goot.

 

9de aangetekende beslissing OCMW genomen op 5 augustus 2021 bijlage 76.

 

Welke zegt in het kort: Het leefloon van mei 2021 wordt herzien omwille van ontvangen giften. Voor de maand mei werd rekening gehouden met 700€ terwijl er 950€ aan giften ontvangen werd. 

 

Op dezelfde dag na de hoorzitting (hierboven beschreven) komt het OCMW niet alleen terug op hun eigen beslissing (en de beslissing van de rechtbank) en berekening van 03 juni 2021, welke respectloos beslist werd vóór de uitspraak van het vonnis maar beslist het OCMW alsnog, nadat mijn advocaat nota en akte liet noteren op PV en het OCMW hieromtrent niet mocht beslissen, deze berekening toch toe te passen,  bijlage 55.

 

Dubieuze uitdrukking in deze beslissing: “Voor de maand mei werd rekening gehouden met 700€ terwijl er 950€ aan giften ontvangen werd.”.

 

Het OCMW laat met deze uitdrukking uitschijnen dat zij, zogezegd, eind mei "geen" bankafschriften hebben ontvangen, terwijl het OCMW deze eind mei per mail hebben ontvangen.

 

Hun beslissing van 3 juni, bijlage 69, beweerd anders: “Vanaf 01/05/2021 heeft U recht op leefloon van 131,44€ per maand.”, tevens spreekt het vonnis van 24/06/2021 zich hier ook over uit, en heeft elke beslissing van het OCMW nietig verklaart, Bijlage 72. De scheiding der machten is ver te zoeken, als politici en overheden zich niet moeten houden aan een vonnis, waarom moet men dan naar een rechtbank gaan?

 

Tevens meldt het OCMW de stopzetting van mijn leefloon vanaf 20 juni, het enige in dit aangetekend schrijven waar ik mee akkoord ga.

 

Conclusie: Dat al deze beslissingen van het voorbije half jaar pure viserende Kafkaiaanse politiek is, kan men niet meer ontkennen. De werkopdrachten van deze politieke partijen, die het OCMW leiden, zijn anders vrij simpel: "Een waardig bestaan verzekeren". Zij falen, door machtsmisbruik, in hun job! Een arbeider krijgt voor minder zijn ontslag.

 

Rechtszaak 20/01/2022: Na ontvangst van de gerechtelijke datum 18/11/2021, heeft het OCMW onmiddellijk uitstel gevraagd om zich voldoende kunnen voor te bereiden, uiteindelijk gaat de rechtszaak toch door op 20/01/2022.

 

De rechtszaak ging in feite enkel en alleen omdat het OCMW het vorige vonnis van 24/06/2021 niet heeft nageleefd en mijn leefloon niet had uitbetaald, + de bijkomende beslissingen die het OCMW nam na de vorige rechtszaak.

 

Men zou denken als het OCMW uitstel vraagt om zich voldoende voor te bereiden, dat men op een deftig verweer moet rekenen, wat lachwekkend is, bijlage 76.0 verweer OCMW. Dit is niet eens een verweer te noemen. Tijdens de rechtszaak had de rechter op het zeer korte verweer van het OCMW ook kritiek en vroeg of dit alles was wat zij wilde toevoegen. Ook kon de rechter er niet mee lachen dat er  een tweede rechtszaak was en berispte hiervoor het OCMW. Het werd snel duidelijk de rechter geen gevolg gaf aan het verweer en bij haar standpunt van vorige rechtszaak van 18/11/2021 bleef volgens mijn argumenten.

 

Hilarisch is dat het OCMW in hun pleidooi volgende bewering verklaart aangaande het hoorrecht, ik citeer: "Noch in de wet, noch in het Koninklijk Besluit wordt er melding gemaakt van verplichte vermeldingen in deze uitnodiging.". Einde citaat. Ik stel mij de vraag over de bekwaamheid van deze overheidsinstantie, als zij naar eigen zeggen de wet niet kennen! Maar zoals bij vorige rechtszaken is gebleken, dat leugens om een gelijk te halen, hun strategie is. Want in hun uitnodiging van hoorrecht van 27 juli 2021 bijlage 73staat letterlijk geschreven en ik citeer: "Het OCMW is verplicht om U uit te nodigen voor er een beslissing wordt genomen over uw leefloondossier. Dit staat zo vermeld in art. 20 van de wet van 26/05/2002 en art 7 van het Koninklijk Besluit van 11/07/2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.". Einde citaat.

 

Ik heb reeds melding gemaakt van het Koninklijk Besluit aangaande het hoorrecht, hierboven bij hun eerste beslissing van 7 januari 2021, ik zal deze wet nogmaals citeren:

 

Art. 20. van de wet van 26 mei 2002:

De procedurele waarborgen bestemd voor de OCMW-cliënten: 7) Tijdens het sociaal onderzoek moet het OCMW de betrokkene laten weten dat hij het recht heeft om gehoord te worden voordat een beslissing wordt genomen over de toekenning, de weigering of de herziening van een leefloon, van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie of van een maatschappelijke integratie via tewerkstelling. Dit recht om gehoord te worden geldt eveneens wanneer het OCMW een beslissing neemt over het opleggen van een sanctie tegenover de betrokkene of de terugvordering bij de betrokkene die het leefloon heeft ontvangen. Het OCMW zal eveneens het feit moeten vermelden dat de betrokkene de mogelijkheid heeft om zich te laten bijstaan of vertegenwoordiger tijdens het verhoor door een persoon van zijn keuze.

 

Art. 7. van het Koninklijk Besluit van 11 juli 2002

De aanvrager moet tijdens het onderzoek schriftelijk worden ingelicht over de mogelijkheid die hij heeft gehoord te worden vooraleer de beslissing ten zijnen opzichte genomen wordt. De informatie over het recht om gehoord te worden zoals voorzien in artikel 20 van de wet moet uitdrukkelijk en in een begrijpelijke taal geschieden. De mededeling vermeldt uitdrukkelijk de mogelijkheid voor de aanvrager om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze tijdens zijn hoorzitting. Indien de aanvrager schriftelijk de wil uitdrukt om gehoord te worden, deelt het centrum hem de plaats en het tijdstip mee waarop hij zal gehoord worden.

 

Advies van het Openbaar Ministerie: Er werd weer uitzonderlijk een advies van het Openbaar Ministerie opgesteld waar beide partijen moeten op antwoorden of ze al dan niet akkoord gingen.

 

Zoals verwacht, was het verpletterend voor het OCMW dat alle beslissingen werden nietig verklaard. Bijlage 77 advies van het Openbaar Ministerie. Het OCMW gaf geen antwoord op dit advies.

 

Het gerechtelijk vonnis: Het vonnis was weer vernietigend voor het OCMW. Door de nietig verklaring werd het OCMW voor de tweede maal veroordeeld tot het betalen van mijn leefloon + intresten. Bijlage 78 het vonnis.

 

Uitnodiging tot betaling: Mijn raadsman heeft op 03/05/2022 het OCMW uitgenodigd tot betaling van de gerechtelijke veroordeling. Op de datum van 19/05/2022 kreeg mijn advocaat te horen dat zij alsnog hoger beroep aantekenden tegen het vonnis. Bijlage 79 het niets zeggende pleidooi van het OCMW hoger beroep + gerechtelijke kennisgeving van hoger beroep. Bijlage 80: Pleidooi van mijn raadsman.

 

Ik stel mij hier vragen bij: Bij het eerste vonnis op datum van 24/06/2021 de effectieve veroordeling van het OCMW, tekenden zij geen hoger beroep aan. Bij de rechtszaak op datum van 18/11/2022 dat in feite ging over het niet uitvoeren van het vonnis van 24/06/2021, en de bijkomende beslissingen, gaat het OCMW niet akkoord. Wat gaan ze in hoger beroep doen? Ik ben vrij zeker dat het bij het OCMW niet gaat om deze zaak in hoger beroep te winnen, want tegen het effectieve vonnis welke uitgesproken is op 24/06/2021 kan men geen beroep meer aantekenen… Maar ik heb in tegenstelling tot de eerste rechtszaak waar ik mijzelf verdedigde nu een betalende advocaat, het is hun doelstelling om het verschuldigde leefloon te verlonen aan advocaatkosten zodat er op het einde van de rit voor mij niets over blijft.

 

Hoger beroep: De Rechtszaak ging door op 22 december 2022, het gerecht volgde de redenering van het OCMW niet tijdens de zitting. Het was volgens het gerecht duidelijk dat ik met dat klein leefloon niet toekwam en ook was het duidelijk dat ik de leningen van mijn moeder terugbetaalde en het "geen giften maar leningen" zijn. Het vonnis op 26 januari 2023 was dan ook fataal voor het OCMW. Schaakmat OCMW en gemeentebestuur!

 

Er was toch een aanmaning op 27 februari 2023 nodig van mijn raadsman, om over te gaan tot betaling voor 8 maart 2023, of wij waren genoodzaakt een deurwaarder in te schakelen. Twee dagen later berichte het OCMW mijn raadsman, dat zij uiterst op 10 maart 2023 het vonnis zouden naleven en over gaan tot betaling.

 

Ten einde: Een overheidsinstantie zou elke burger veiligheid en vertrouwen moeten bieden, de overheid drukt zich uit over “de” burgers als: “Het gewone volk”. De politiek komt in geen opzicht geloofwaardig over, de enige die vol zijn van hun politieke beslissingen zijn zij zelf, zonder een realiteitsgevoel!

 

Iedereen kan zich de eerste corona Lock down voorstellen, het eenzame opgesloten gevoel, en iedereen is corona-moe. Zoals de eerste opgesloten lock down leef ik al van 2011 tot op heden, zonder vooruitzichten op versoepelingen, enkel met de vraag wat zal het volgende zijn!!! Men hoeft geen psychiater te zijn, iedereen weet wat een lange lock down met je doet, maar voor mij is het eindeloos!!

 

De politieke aanvallen en pesterijen zullen voor mij levenslange gevolgen hebben. Op een leefbaar pensioen zal ik niet moeten hopen, rekening houdend met  de ambtswege afvoering uit het bevolkingsregister, 2 jaar geen inkomen, de verplichting van een leefloon onder een bestaansminimum, zal in mijn pensioen verrekend worden, en zal ik weer in totale armoede belanden. Prettige vooruitzichten!!!

 

Het ontslag van de vernoemde ambtenaren vermeld in deze website zou hier op zijn plaats zijn, wegens het met voeten treden van de wet en nalatigheid!

 


NOTA: AL HET BEWIJSMATERIAAL, POLITIEKE NAMEN EN OVERHEIDSINSTANTIES OP DEZE WEBSITE, ZIJN GEPUBLICEERD VOOR HET BELANG VAN ALGEMEEN NUT.


Lotgenoten samen staan we sterk!


www.illegalevlamingen.be

Facebook: Illegale Vlamingen